"Veilig werken gaat verder dan alleen een papiertje"

"Veilig werken gaat verder dan alleen een papiertje"

Veiliger werken. Op dat gebied kunnen veel bedrijven zeker stappen zetten. Dat valt te concluderen na het gesprek met Belinda Dekkers, directeur van schoonmaakopleider UL-Team, en Eddy Kuipers, directeur van SWB. "Veilig werken is een continu proces en niet een kwestie van binnen één dag een papiertje halen."

Ieder jaar gebeuren er in Nederland zo'n zestig tot zeventig dodelijke ongelukken tijdens het werk, vertelt Kuipers. “Er is bij veel bedrijven nog te weinig aandacht voor veiligheid op de werkvloer. Zo bleek afgelopen voorjaar uit onderzoek van de Inspectie SZW dat slechts dertig procent van de bedrijven de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) op orde heeft. Dat laat zien dat veiligheid lang niet altijd de prioriteit krijgt die het verdient.”

Dekkers voegt daaraan toe: “In Nederland kennen we een strafcultuur. Als we iets geregeld willen hebben, gaan we boetes uitdelen als mensen in gebreke blijven. Dat gebeurt ook op het gebied van veiligheid. ‘Oh, we moeten het doen, want anders krijgen we een boete’, denken bedrijven dan. Maar dan ben je reactief bezig.”

Het hebben van een diploma en het daadwerkelijk veilig werken zijn in de praktijk twee hele verschillende dingen.

Focus op papiertje

Ook in de schoonmaakbranche is meer aandacht voor veilig werken nodig, stellen Dekkers en Kuipers. “De focus ligt vooral op het zo snel mogelijk halen van de vereiste papiertjes", vertelt Kuipers.

“Je moet als medewerker op een bepaald moment bepaalde kennis kunnen reproduceren: tijdens een examen. Maar dat kan niet iedereen. Doordat ze moeite hebben met leren of bijvoorbeeld niet zo taalvaardig zijn. Betekent dat dan dat zij niet veilig kunnen werken? Nee, dat betekent alleen dat het examen misschien te lastig is voor die medewerkers.”

Schijnveiligheid

De twee kijken dan ook met argusogen naar de trend van opdrachtgevers die steeds vaker het VCA-diploma eisen. Dekkers: “VCA wordt te pas en te onpas gevraagd van werknemers. Misschien werk je wel in de voedingsmiddelenindustrie, maar maak je alleen de kantoren schoon. Zelfs dan moet je tegenwoordig al VCA hebben. Het geeft een soort schijnveiligheid, want daardoor hoef je het gesprek niet meer aan te gaan. ‘Iedereen heeft VCA, dus met die veiligheid zit het wel goed.’ Terwijl het hebben van een dergelijk diploma en het daadwerkelijk veilig werken in de praktijk twee hele verschillende dingen zijn.”

VCA is niet wettelijk verplicht

Uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de schoonmakers laaggeletterd is. Het is dan ook zorgwekkend dat door het verplichten van specifiek VCA, een groot deel van de schoonmaakmedewerkers wordt buitengesloten.

Dekkers: “Binnen de schoonmaakbranche is VCA vaak te hoog gegrepen, met een laag slagingspercentage tot gevolg. Deze mensen worden dan dus buitengesloten van bepaalde werkplekken, alleen omdat ze het diploma niet hebben. Maar waar gaat het nu eigenlijk echt om? Om het hebben van een diploma of om het veilig kunnen werken? Bij bedrijven is vaak onbekend dat er verschillende manieren zijn om veilig werken te leren. VCA is er daar slechts één van.”

Bij bedrijven is vaak onbekend dat er verschillende manieren zijn om veilig werken te leren.

Kuipers voegt daaraan toe: “In Nederland denken veel werkgevers dat VCA wettelijk verplicht is, maar dat is niet het geval. In Artikel 8 van de Arbowet staat dat de werkgever verplicht is om de werknemer instructies te geven over de risico's die hij of zij tijdens het werk loopt. Je kunt zelf invullen hoe je dat precies doet, zolang diegene de instructies maar goed begrijpt. Het moet dus op zijn of haar niveau gebeuren. Daarnaast moet het aantoonbaar zijn dat je die instructies hebt gegeven.”

Geen kunstje aanleren

UL-Team en SWB Veilig hebben de handen ineengeslagen voor de ontwikkeling van veiligheidstrainingen specifiek voor de schoonmaakbranche, op een passend niveau voor de doelgroep.

Kuipers: “We focussen daarbij vooral op veiligheidsbewustwording. De medewerkers moeten begrijpen wáárom iets veilig of onveilig is. Ze moeten in hun werkomgeving risico’s kunnen herkennen en weten wat passend gedrag is. We willen niet alleen een kunstje aanleren. Dus niet alleen: hoe zie je of een machine is gekeurd? Maar ook: waarom is het zo belangrijk dat een machine wordt gekeurd? En wat doe je met een loshangend stopcontact, bijvoorbeeld? Als dat het enige stopcontact in de buurt is, kan de verleiding groot zijn om alsnog de stekker erin te steken. Tenzij je goed bewust bent van de risico's die je daarbij loopt en wat je vervolgens concreet moet doen. Dan denk je daar wel twee keer over na.”

Eén van de veiligheidsrisico's voor schoonmakers: druk nooit een vuilniszak aan met je handen. Dit in verband met prikgevaar. Misschien zit er een injectienaald in (in een ziekenhuis) of een nietje (in een kantoor).

Branche brede risico’s

Volgens Dekkers is het belangrijk dat schoonmaakmedewerkers brede kennis krijgen over de risico's van hun werk. “Niet alleen specifiek voor het segment waar zij op dat moment werken, maar branche breed. Want stel dat iemand wordt herplaatst of tijdelijk ergens moet invallen... Dat hebben we de afgelopen anderhalf jaar ook veel zien gebeuren, met schoonmakers die in ziekenhuizen te hulp schoten. Ook dan moeten ze snappen welke risico's er spelen.”

Rode draad

Dat bewustzijn creëren vraagt om een langere adem, zegt Kuipers: “Ik verwonder me weleens over de trainingen waar je na één dag al met een diploma naar huis gaat. Veilig werken is zó breed, hoe kun je dat nou allemaal in een paar uurtjes leren? Volgens mij moeten we echt voorkomen dat veiligheid alleen een papieren verplichting wordt. Er ontstaat dan een soort schijnveiligheid.”

Veilig werken is zó breed, hoe kun je dat nou allemaal in een paar uurtjes leren?

Dekkers: “Want veilig werken is een continu proces en geen kwestie van binnen één dag een papiertje halen. Uiteindelijk moet het de rode draad door de dienstverlening heen worden. Net als gastvrijheid dat is. Waarbij werknemers en werkgever regelmatig met elkaar in gesprek gaan over veiligheid en waarbij mensen elkaar ook kunnen aanspreken op onveilig gedrag. Dat is in het belang van werkgevers, werknemers én hun klanten. Op naar gastvrije en veilige schoonmaak.”