Ziekteverzuim: de werkgever is geen dokter

Ziekteverzuim: de werkgever is geen dokter

Soms denkt een werkgever dat hij multifunctioneel inzetbaar is en ook als bedrijfsarts kan optreden. Dat hij na een ziekmelding in een gesprek wel even kan beoordelen hoe het zit. In een enkel geval loopt het conflict zo hoog op dat de rechter eraan te pas moet komen. Die maakt er korte metten mee: een directeur is meestal geen dokter!Lees ook:Hoe verlaag je het ziekteverzuim in jouw schoonmaakbedrijf?Lees ook:Hoe ga je om met ziekteverzuim en re-integratie?Volg Service Management op LinkedIn:

Arbo-online zette een aantal spraakmakende rechtszaken op een rij.

Eerst zien, dan geloven

Een kraamverzorgster raakt arbeidsongeschikt, wordt geopereerd en meldt zich na de werkhervatting meermaals ziek. Zij vraagt haar directeur om een arboarts in te schakelen. Die eist dat zij eerst naar het kantoor komt om haar situatie te bespreken. De werkneemster geeft op advies van specialist en huisarts aan dat zij daartoe niet in staat is. De directeur vindt dat als zij naar de specialist kan – al dan niet met hulp van een derde – zij ook bij hem langs kan komen. Hij wil namelijk eerst zelf boordelen wat moet gebeuren en welke vragen de arboarts moet beantwoorden. De werkneemster weigert en wordt op staande voet ontslagen.

Het UWV verklaart in een second opinion dat de werkneemster niet in staat was haar eigen werk te doen. Ook acht het UWV de door de werkgever uitgevoerde re-integratie-inspanningen onvoldoende. De werkneemster vordert doorbetaling van salaris.

De rechtbank overweegt dat inschakeling van een arbodienst of gecertificeerde bedrijfsarts verplicht is op grond van artikel 13 en 14 Arbowet. Uit die regelgeving blijkt dat het de arbodienst of bedrijfsarts is die beoordeelt of een werknemer arbeidsongeschikt is en adviseert over de re-integratie. De werkneemster hoeft haar directeur geen medische informatie te verstrekken, maar slechts die informatie die nodig is om een plan van aanpak op te kunnen stellen. De directeur heeft zich in deze zaak ten onrechte op een andersluidend standpunt gesteld. De werkgever wordt veroordeeld het salaris door te betalen. (Rechtbank Amsterdam, 4 februari 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:564)

Ziekmelding niet geaccepteerd, loonbetaling stopgezet

Een monteur bij een bandenmontagebedrijf meldt zich begin december 2019 ziek. Een oproep van de bedrijfsarts blijft uit, maar de werkgever stopt op 1 januari 2020 met de loonbetaling. De werknemer sommeert de werkgever schriftelijk (vergeefs) om dat ongedaan te maken en eist vervolgens in een kort geding zijn loon conform de cao.

Volgens de werkgever zou de werknemer niet ziek zijn en heeft die ook de arbeidsovereenkomst opgezegd. Volgens de kantonrechter is dat niet zo, omdat opzegging een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer vraagt en daarvan is niets gebleken. De werknemer heeft zich begin december 2019 ziekgemeld en vanaf 1 januari 2020 geen loon meer ontvangen.
De werkgever heeft geen bedrijfsarts ingeschakeld voor beoordeling en begeleiding van dit ziekteverzuim. Dat hij desondanks aanvoert dat er geen sprake is van arbeidsongeschiktheid kan de kantonrechter dan ook niet volgen. Het oordeel of een werknemer arbeidsongeschikt is, en zo ja vanaf wanneer, is aan de bedrijfsarts voorbehouden.

Nu de werkgever geen bedrijfsarts heeft ingeschakeld om te oordelen of de werknemer arbeidsongeschikt was, komen de gevolgen voor rekening en risico van de werkgever. Die moet het loon conform de cao doorbetalen. Ook de proceskosten komen voor zijn rekening. (Kantonrechter Haarlem, 24 maart 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7465)

Werkgever kan niet zomaar andere werkzaamheden opleggen

Een vrouw werkt voor bepaalde tijd als leerling-verzorgende en meldt zich begin april 2020 ziek. Ook heeft haar partner het coronavirus gekregen en is thuisblijven het parool. Zij vraagt de werkgever de bedrijfsarts in te schakelen, maar de werkgever accepteert de ziekmelding niet. Hij vindt dat zij prima ander (administratief) werk kan doen, zeker nu haar dienstverband over een paar weken afloopt. Beiden blijven bij hun standpunt. De werkgever stopt de loonbetaling en maakt de eindafrekening op. De rechter wordt ingeschakeld.

Als het kort geding begint, is de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd al afgelopen (die liep tot 1 juni 2020), zodat de vordering alleen nog gaat over het salaris van de maanden april en mei 2020. Die wordt door de kantonrechter toegewezen, omdat het niet aan de werkgever is om te beoordelen of een werkneemster al dan niet ziek is en welke aangepaste werkzaamheden eventueel nog verricht kunnen worden. (Rechtbank Rotterdam, 24 juni 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:6282)

Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl | voor Arbo-online.nl

Lees ook: