Trends 2024: 'Kwaliteit van schoonmaak kent een zeer grote gedragscomponent'

Trends 2024: 'Kwaliteit van schoonmaak kent een zeer grote gedragscomponent'

"Als we vinden dat schoonmaak een vak is, moeten we het ook behandelen als een vak." Dat zegt ingenieur Paul Harleman, global application manager bij Vileda Professional. "Het belangrijkste deel dat de kwaliteit van schoonmaak bepaalt, is gedrag. Om dat gedrag te beïnvloeden, zul je ook meer aan permanente opleiding moeten doen en ontwikkelingen in de schoonmaak nauwgezet moeten volgen."

Harleman vliegt tegenwoordig de wereld over om kennis en trends op te pikken, voornamelijk op het gebied van schoonmaak in relatie tot de gezondheidszorg. “Ik bezoek ziekenhuizen wereldwijd en praat met schoonmakers, leidinggevenden en infectiepreventiedeskundigen.” Hij is net terug uit Australië waar hij een congres over infectiepreventie heeft bezocht, en was voor die tijd in de Verenigde Staten en Singapore. “Waar al die landen niet in verschillen, is dat de kennis van schoonmaken en infectiepreventie het gedrag van schoonmakers beïnvloedt. Dat gedrag – of iemand bijvoorbeeld nauwkeurig een kamer schoonmaakt of een doekje over de tafel haalt – is bepalend voor de kwaliteit van schoonmaak.”

Daarom loont het om in die kennis te investeren en ontwikkelingen nauwgezet in de gaten te houden, vervolgt hij. “In die zin zouden zorginstellingen en hun schoonmaakbedrijven meer moeten investeren in het gedrag van mensen. Wellicht zelfs een gedragskundige in de hand moeten nemen en permanente educatie moeten inbouwen in hun programma’s naar schoonmakers toe.”

Streven naar efficiëntie

Harleman deelt vanuit zijn ervaringen wereldwijd een aantal trends in de gezondheidszorg die hem opvallen. “De eerste is het streven van zorginstellingen naar efficiëntie. Het wordt veel te duur om mensen te genezen, dus wordt preventie leidend in de toekomst. De goedkoopste zorg is de zorg die voorkomt dat je ziek wordt. Daarbij komt dat er bijna geen medewerkers in de zorg te krijgen zijn vanwege de vergrijzing. Dat stimuleert preventie, maar ook de zorg op afstand.”

De goedkoopste zorg is de zorg die voorkomt dat je ziek wordt.”

Hij noemt een voorbeeld: “In Singapore bewaken ze op afstand mensen thuis op basis van gegevens over onder meer hun hart, de bloeddruk en het suikergehalte. Dat is veel goedkoper dan een duur ziekenhuisbed bezet houden. Door Covid versnelt die zorg op afstand. We zijn tijdens de coronaperiode gewend geraakt om met digitale middelen om te gaan. Bijkomend voordeel van zorg op afstand is dat er minder in essentie kwetsbare mensen op één plaats bij elkaar komen. Dat levert dan ook weer minder kans op kruisbesmetting en daardoor minder kans op infecties op.”

Ongezonde levensstijl

Door een veelheid aan data en nieuwe technologieën zoals AI, ziet Harleman slimme oplossingen ontstaan. “Zo werken onderzoekers van de Standford Universiteit Californië aan de ontwikkeling van een slim toilet. Een toilet dat met behulp van sensortechnologie jouw ontlasting analyseert. Met de data die de sensoren verzamelen, kan bijvoorbeeld geconstateerd worden of je een ziekte onder de leden hebt. Of dat je een ziekte gaat krijgen als je niets aan je levens- en voedingsstijl verandert. En niet alleen onderzoekers maar ook start-up bedrijven in China en Japan zeggen een ‘smart toilet’ te hebben ontwikkeld. Denk daarnaast ook aan intelligente bedden of aan kleding die bijvoorbeeld je bloeddruk en lichaamstemperatuur in de gaten houdt.”

Een andere trend is dat er specialisatie in de zorg plaatsvindt. “Bijvoorbeeld een ziekenhuis dat zich focust op operaties en een ander deel dat zich puur en alleen richt op herstel. Bij enkele ziekenhuizen noemen ze die laatste een hotelafdeling.” Veiligheid is eveneens een groot thema in de zorg. “De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een lijst met virussen en bacteriën die resistent zijn geworden voor antibiotica. Op die lijst prijkt sinds kort ook een aantal schimmels. Micro-organismen kunnen ook een resistentie ontwikkelen door, al dan niet onnauwkeurig, gebruik van desinfecterende producten. De producten hebben dan geen desinfecterende werking meer. Dat wil zeggen dat we in de schoonmaak alleen desinfectie moeten toepassen als het strikt noodzakelijk is, één van de redenen waarom een goede samenwerking tussen schoonmaak en infectiepreventie zo belangrijk is. Maar het vertaalt zich ook in de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en desinfectie zonder gebruik van chemicaliën. Bijvoorbeeld UVC-licht dat een desinfecterende werking heeft.”

Cleanroomachtige schoonmaak

Wie weet dat zorginstellingen specialiseren, ziet dan ook dat het belang van infectiepreventie toeneemt. “Immers, een op operaties gericht ziekenhuis heeft per definitie een hoog aantal kwetsbare patienten. In een dergelijk gespecialiseerd ziekenhuis moet er bijna een ‘clean room’-achtige schoonmaak plaatsvinden om infecties zoveel mogelijk te voorkomen. Met die trend moet dus ook de kwaliteit van schoonmaak, die vaak afhankelijk is van het gedrag van schoonmakers, hoger. Het kan absoluut niet – wat in sommige landen nog gebeurt in ziekenhuizen – dat je met een strengenmop en wringersysteem werkt. Daarmee verspreid je juist vuil en bacteriën.” Clean Hospitals, een wereldwijd initiatief van Prof. Didier Pittet, onderzocht dit; het blijkt dat 96 procent van de ziekenhuizen in de wereld nog een wringsysteem met een strengenmop gebruikt. Daarnaast bestaat bij slechts 30 procent permanente training aan schoonmakers in de vorm van een educatieprogramma. In landen met relatief lage welvaart is dat percentage nog lager.

Naast deze veiligheidstrend is ook duurzaamheid een thema. Harleman: “De noodzaak om in de gezondheidszorg aan duurzaamheid te doen, neemt snel toe. Daarbij zie ik wel grote verschillen in de wereld. Op een ranglijst van de tien meest duurzame ziekenhuizen ter wereld staan zes Amerikaanse, twee Engelse, een Deens en een Singaporees ziekenhuis. De lijst zegt niet wat er allemaal in de weging is meegenomen, maar ik vermoed op basis van observatie dat de schoonmaak niet vooraan in de rij staat.”

De noodzaak om in de gezondheidszorg aan duurzaamheid te doen, neemt snel toe.”

In Groot-Brittannië is er een campagne no risk, no gloves voor ziekenhuispersoneel en ook de Nederlandse VHIG starte dit jaar een campagne om het handschoengebruik significant te verminderen. “Als het niet hoeft, waarom zou je dan handschoenen gebruiken? In overleg met infectiepreventie kun je prima bepalen waar handen wassen volstaat, wanneer je wel en niet moet desinfecteren en waar je handschoenen aan moet. Vaak is dat laatste bij een kans op aanraking van lichaamsvloeistoffen of de mogelijkheid van een hoog infectiegevaar.”

Vertrouwen in schoonmaker

Kennis van zaken geeft de schoonmaker vertrouwen om te doen wat juist is. “De vertaling die ik maak: ook de professionele schoonmaak in de gezondheidszorg moet inspelen en meebewegen op de trends van slimmer, groener, veiliger en meer gespecialiseerd. De kwaliteit van schoonmaak is voor het grootste deel afhankelijk van mensen. Wellicht dat dat verandert als schoonmaakrobots nog meer hun intrede doen. Want de schoonmaakrobot is geen eendagsvlieg. Robots gaan we vaker gaan tegenkomen en zullen in een hoog tempo doorontwikkelen zodra baanbrekende technologieën zoals AI, de kwantumcomputer en batterijtechnologie tegen acceptabele kosten beschikbaar komen.”

Robots voor andere taken dan vloeronderhoud beginnen zich al een beetje aan te dienen, aldus Harleman. “Zij zullen uiteindelijk ook omarmd worden omdat ze, mede, een oplossing zijn voor aantal wereldwijde uitdagingen in de schoonmaak: krapte op de arbeidsmarkt, borging van een constante schoonmaakkwaliteit en het vermijden van problemen die onlosmakelijk aan mensen gerelateerd zijn. Denk aan ziekte, motivatie, vakantie en een inzet van 24 uur per dag, zeven dagen in de week.”

Maar zover is het nog niet, constateert hij. “Tot die tijd blijft de mens en zijn gedrag doorslaggevend voor de kwaliteit van schoonmaak. Mijn oproep ligt in dat verlengde: wil je als inbestede schoonmaakdienst of schoonmaakbedrijf het werk leuk, aantrekkelijk een interessant houden, behandel schoonmaak dan als een echt vak. Dat betekent een bepaald niveau van schoonmaak halen, maar dat ook zien vast te houden. Daarvoor moet je als schoonmaakorganisatie kennis van zaken hebben, de trends en ontwikkelingen volgen, menselijk gedrag professioneel, positief beïnvloeden en je medewerkers niet eenmalig maar constant bijscholen. Dan heet het niet alleen een vak, maar dan is het dat ook.”

Dit artikel is gesponsord door Vileda