Gesponsord

Gezonde voeding van basisschool tot campus

Gezonde voeding van basisschool tot campus

Onderzoek laat al jaren zien dat gezonde voeding en beweging een enorme invloed hebben op leerprestaties en welzijn. Die impact begint al op de basisschool, werkt door op de campus en heeft zelfs effect op het latere werkende leven. Maar hoe verschillende generaties naar eten kijken, verandert razendsnel. Hoe speel je daar als onderwijs- of facilitair professional op in?

Langlopend wetenschappelijk onderzoek naar schoolomgevingen toont aan dat kinderen die opgroeien met een gezond voedingsaanbod én voldoende beweging tot 25–30% beter presteren dan hun leeftijdsgenoten zonder dat voordeel. En dat effect stopt niet zodra de schoolbel gaat: wat een kind leert op jonge leeftijd, vormt een voedingspatroon dat jaren doorwerkt.

Invloed van de omgeving

Tot een leeftijd van ongeveer 10–12 jaar is gedrag relatief makkelijk te beïnvloeden. Daarna verandert dat. Op het moment dat leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan, wordt de schoolomgeving bepalender dan de intentie die een jongere zelf heeft. Dat geldt ook voor de lunch. De presentatie, smaak en aantrekkelijkheid van het aanbod in de kantine maken dan het verschil ten opzichte van de vaak verleidelijke alternatieven om de hoek.

Onderzoek in grootstedelijke gebieden laat keer op keer zien dat het aanbod rondom onderwijsinstellingen sterk van invloed is op het eetgedrag. Snackbars, fastfood en supermarkten maken gezonde schoolomgevingen in de praktijk tot een brede ketenopgave. Zo werkt onderwijscateraar Appèl samen met het Voedingscentrum, het JOGG en partners in het onderwijs om de uitdagingen in de hele keten op te pakken.

Martijn Pater, operationeel directeur Onderwijs en Campus bij Appèl vertelt: ‘Wij bieden een aantrekkelijk en concurrerend gezond aanbod binnen de school. We willen de scholier niet verplichten om gezond te eten. Maar door bijvoorbeeld nudging - slimme plaatsing en presentatie – kunnen we de gezonde keuze wel stimuleren.’

Door slimme plaatsing en presentatie kunnen we de gezonde keuze stimuleren”

Plantaardig groeit, maar smaak blijft koning

Trendonderzoek van onder andere Appèl laat zien dat jongeren en studenten vaker kiezen voor plantaardige opties. Niet per se vanuit idealen, maar vooral vanuit nieuwsgierigheid en gewoonte. Eén factor blijft echter doorslaggevend: smaak. Daarom winnen hybride gerechten — combinaties van plantaardige en dierlijke ingrediënten — terrein. Ze bieden een vertrouwde smaak, maar met een duurzamer en gezonder karakter.

‘Door het verzamelen van data kunnen we beter in kaart brengen wat de doelgroep wil. Die data helpen om het aanbod beter af te stemmen op elke doelgroep, en nieuwe, gezonde producten aan het assortiment toe te voegen’, vertelt Pater. ‘Als je begrijpt wat leerlingen en studenten écht willen, kun je in de schoolkantine en het campusrestaurant een aanbod neerzetten dat zowel gezond als lekker is.’

Voorbeelden uit het assortiment

Voorbeelden kan Pater genoeg geven: ‘Wij ontwikkelen eigen producten en gezonde varianten van bestaande producten. Zo bevat ons witbrood evenveel vezels als bruinbrood, daardoor is het dus net zo gezond. Een ander voorbeeld is de pizza baguette, een baguette met zelf ontwikkelde pizzasaus en kaas. Zo kunnen we de jongeren toch een lekkere warme snack bieden, die wel vegetarisch en gezonder is dan een andere snack.’

Hij vervolgt: ‘En op campuslocaties hebben we de warme maaltijden uitgebreid, omdat we vanuit de data zagen dat daar veel behoefte aan was. Logisch ook, omdat je op de campus vaak langer verblijft en er ook veel internationale studenten zijn.’

'Gezond wordt pas gekozen als het net zo toegankelijk, betaalbaar en smaakvol is als minder gezonde alternatieven.'
'Gezond wordt pas gekozen als het net zo toegankelijk, betaalbaar en smaakvol is als minder gezonde alternatieven.'

Elke generatie maakt andere keuzes

Is één gezond aanbod dan de oplossing? Waarschijnlijk niet. Scholen en campussen brengen vandaag de dag meerdere generaties samen, elk met eigen motivaties en eetgedrag, legt Pater uit.

Zo ontdekken basisschoolleerlingen (Gen Alpha) vooral door te proeven. Eten moet er aantrekkelijk uitzien en gekoppeld worden aan energie, groei en plezier.

Tieners en studenten (Gen Z) zijn digitaal, kritisch en trendgevoelig. Ze kiezen vaker plantaardig, maar alleen als het lekker, makkelijk en herkenbaar is. Digitale communicatie en sociale bevestiging werken beter dan traditionele voorlichting.

Jongprofessionals (millennials) zoeken balans, vitaliteit en duurzame keuzes die passen bij een drukke agenda. En niet te vergeten het onderwijs- en campuspersoneel: zij kiezen voor betrouwbaarheid, maar staan open voor innovatieve gerechten als die logisch en smaakvol zijn.

Pater vat het als volgt samen: ‘Wat al deze groepen gemeen hebben? Gezond wordt pas gekozen als het net zo toegankelijk, betaalbaar en smaakvol is als minder gezonde alternatieven.’

Doorlopende verantwoordelijkheid

‘Een gezonde voedingsomgeving neerzetten is dus geen eenmalige ingreep’, besluit Pater. ‘Het vraagt om een continu proces van innoveren, begrijpen, samenwerken en bijsturen. De gezonde keuze moet niet alleen beschikbaar zijn, maar ook de logische en lekkere keuze worden. Wie dat goed organiseert, draagt bij aan vitaliteit, prestaties, welzijn én aan de jongere generaties die gezond en toekomstbewust opgroeien.’

Dit artikel is gesponsord door Appèl.