Gina Salentijn traint schoonmakers in werkgeluk: "Voor mij betekent werkgeluk het hebben van eigenaarschap" 

Gina Salentijn traint schoonmakers in werkgeluk: "Voor mij betekent werkgeluk het hebben van eigenaarschap" 

Gina Salentijn traint met haar bedrijf LES is facilities schoonmaakmedewerkers in het vinden van werkgeluk. Daarvoor werkte ze twaalf jaar in verschillende leidinggevende functies bij verschillende schoonmaakbedrijven. Al vanaf haar opleiding is ze een schoonmaakfan in hart en nieren. "Ik heb facility management gestudeerd, waarbij ik stage heb gelopen bij Asito. Ik liep toen mee met een rayonmanager uit de regio Amsterdam en toen dacht ik 'ja, dit wil ik ook'.

In de schoonmaakbranche zijn voldoende grote thema’s om je passie aan te wijden. Voor Salentijn is dat werkgeluk geworden. En dat begint bij de medewerker op de vloer. “De trainingen van Les zijn erop gericht schoonmaakmedewerkers te leren eigenaar te worden van hun werk. En daarin ook een adviserende rol aan te kunnen nemen naar hun leidinggevende en opdrachtgever”, begint Salentijn. “Vaak komt eigenaarschap van boven. Maar als je zelf niet op de werkplek bent, hoe stuur je dat dan aan? Het werkt beter om medewerkers op de werkvloer de tools en skills te geven om op basis van hun kennis de kwaliteiten neer te zetten daar waar de wensen en behoeften liggen.”  

Werkgeluk 

Bij Les zijn eigenaarschap en werkgeluk onlosmakelijk verbonden. “Als jij eigenaar bent over het uitvoeren van je werkzaamheden en daar invloed op kunt uitoefenen, dan word je er ook trots op en ga je er met plezier naartoe. Wat je veel ziet in de schoonmaak is dat veel eindtermen, kwaliteitseisen, werktijden, schoonmaakwerkzaamheden en schoonmaakmiddelen en -materialen worden bepaald door mensen die niet op de werkvloer staan. En dan moet je dat maar uitvoeren. Maakt dat je gelukkig? Negen van de tien keer niet.”  

"De basis moet zijn dat iedereen gelukkig naar zijn werk kan."

Ertoe doen 

Eigenaarschap over je werk betekent ook meer initiatief nemen en mondiger worden. Wil iedere schoonmaakmedewerker dat wel? “Soms weten ze aan het begin van een training niet dat ze hierop zitten te wachten”, vertelt Salentijn. “Maar door zelf eigenaar te zijn, leren ze meer over de uitvoering van hun werk. Dat helpt met de kwaliteit en de efficiëntie, waardoor ze minder klachten krijgen. En men krijgt zicht op de emotionele effecten bij de eindgebruikers. Ze kunnen zo een veel grotere bijdrage leveren en krijgen het gevoel er meer toe te doen.” Mondige medewerkers klinkt ook spannend voor een schoonmaakbedrijf of opdrachtgever, maar Salentijn legt uit dat werkgeluk veel positieve effecten meebrengt. “Werkgeluk rendeert in 21 procent meer productiviteit, 45 procent minder verloop en 36 procent minder ziekteverzuim. Dat is onwijs veel!” 

De basis op orde 

Goed, de urgentie is duidelijk. Maar waar begin je dan? Stap één is de basis op orde hebben. Salentijn: “Dat iedereen de juiste middelen en materialen heeft, dat je weet wie er op locatie werkt en dat je weet welke schoonmaakwerkzaamheden er gedaan moeten worden. Ik kom vaak genoeg tegen dat leidinggevenden schoonmakers op pad sturen zonder de juiste vertaling van de werkzaamheden. Je moet de klant er natuurlijk ook bij betrekken. Het is heel belangrijk dat je opdrachtgever weet dat er een nieuwe manier van communiceren komt.” 

Je moet je schoonmaakteam faciliteren en uitdagen.

Schoonmaakteam faciliteren

De volgende stap voor de leidinggevende is coachen. Salentijn: “Je stelt samen met je medewerkers doelen op en hoe ze daar naartoe kunnen werken. Je kunt daarbij vragen wat ze nodig hebben van jou en wat ze willen aan tijd, geld, inzicht en materialen. Je moet je schoonmaakteam faciliteren en uitdagen om continu te blijven verbeteren. Bijvoorbeeld door middel van dagstarts of weekstarts. Of je doet een keertje een verspillingsronde met elkaar om scherp te blijven. Dat is een heel andere insteek dan bijvoorbeeld een DKS (dagelijks controlesysteem, red.) lopen.” Les traint schoonmakers in de LEAN-principes. “Vanuit LEAN heb je ook tools die je helpen om de kwaliteit op een inzichtelijke manier te optimaliseren. In plaats van te zeggen ‘je doet het niet goed’ zeg je ‘hier ligt een kans’. Natuurlijk mag er ook een kritische noot inzitten. Je mag best zeggen dat je een prestatie onvoldoende vindt. Maar dan vraag je hoe jullie dat samen gaan oplossen.”  

Werkgeluk zit hem in eigen regie en coaching, maar de basis moet eerst op orde zijn.

Verspillingsvrij werken 

Maar werkgeluk ligt ook vooral bij de medewerker zelf. Salentijn: “LEAN werken betekent vooral dat je verspillingsvrij werkt en op een zo efficiënt mogelijke manier het eindresultaat levert voor je klant.” Verspilling kan overal inzitten, van een werkronde waarbij je vaak moet wachten, tot het de hele tijd moeten verplaatsen van spullen. “Of je hebt bijvoorbeeld een grote materiaalwagen die loodzwaar is, maar je werkt er al jaren mee. Vaak zijn het ingeslopen verspillingen die we ons eigen hebben gemaakt, maar die ons beperken in efficiënt werken. Daar gaan we op basis van LEAN naar kijken. Schoonmaakmedewerkers krijgen zo andere inzichten en daardoor andere behoeften om hun werk op een bepaalde manier in te vullen. Dat zorgt voor meer efficiëntie en minder lichamelijke klachten. En zo ook voor minder verzuim en verloop. Maar het zorgt ook voor meer werkplezier. Als je ziet dat je dat soort dingen zelf mag veranderen, is dat leuk. Je werk is ineens een stuk makkelijker. Dan kun je misschien wat extra’s doen of je voelt je beter na je werk, omdat je minder belast bent.”  

Benieuwd naar de trainingen van Les? Je leest er meer over op www.lesis.nl of via Instagram @lesislean.  

Wederzijds vertrouwen 

Deze manier van werken vraagt veel wederzijds vertrouwen. “Dat kost natuurlijk tijd”, beaamt Salentijn. “Ook voor de leidinggevende om dat vertrouwen te geven aan de medewerker en de touwtjes anders te organiseren. Zodat ze wel nog steeds grip hebben, maar zich laten informeren door de medewerkers. Hoe communiceer je dan met elkaar? Welke tools heb je nodig om die signalen inzichtelijk te krijgen?” Leidinggevenden moeten thuis worden in die nieuwe manier van communiceren, maar de schoonmakers ook. “Als je zelf denkt dat je geen goede baan hebt, dan heeft dat direct effect op hoe je communiceert met je leidinggevende of klanten. Dus communicatie begint bij zelfverzekerdheid. Je mag trots zijn op schoonmaken en op de bijdrage die je levert. Dat oefenen we door middel van rollenspellen. Of we beginnen met een spelletje hints. Dan moeten ze een schoonmaakterm op een kaartje voor de groep uitbeelden. Dat is natuurlijk hilarisch. Maar het gaat erom dat je leert naar elkaar te luisteren en elkaar echt te zien. Als je bijvoorbeeld ziet dat iemand het moeilijk vindt om te praten, kun je hem of haar helpen. Zonder communicatie komen we nergens.” 

Erkenning en herkenning 

Salentijn voorziet dat schoonmaakbedrijven vanwege de krapte op de arbeidsmarkt moeilijke tijden in het vooruitzicht hebben. Met die markt én een steeds duurder wordend levensonderhoud is werkgeluk volgens haar essentieel. “Schoonmaakmedewerkers hebben het fysiek al best zwaar. Als je dan ook nog mentale stress erbij krijgt, omdat je je broek omhoog moet houden, dan zijn werkplezier en persoonlijke aandacht juist extra belangrijk. Als schoonmakers meer in hun kracht kunnen staan door meer werkgeluk te omarmen, slapen ze ook beter. Dat zorgt voor minder verzuim en veiliger werken op de werkvloer. Als je niet bewust aan het werk bent, kunnen er immers snel onveilige situaties ontstaan. Ik denk daarom dat het heel goed is dat er steeds meer aandacht is voor ons schoonmaakvak, bijvoorbeeld in succesverhalen. Daar kunnen schoonmakers zich aan optrekken en ze worden zichtbaarder. Ik weet ook dat schoonmaakbedrijven al bezig zijn met LEAN. Er gebeurt dus al veel, maar het mag echt nog meer. De basis moet zijn dat iedereen gelukkig naar zijn werk kan. Dat je wordt herkend als mens en erkend als vakman- of vrouw. Schoonmaak is heel belangrijk. Dat mag meer gewaardeerd worden door de persoon die het ontvangt én die het uitvoert.”