Schoonmaakbedrijf CSU en ziekenhuis Ter Gooi innoveren: "Accepteer dat het fout kan gaan"

Schoonmaakbedrijf CSU en ziekenhuis Ter Gooi innoveren: "Accepteer dat het fout kan gaan"

De technologie kan dan nog zo sophisticated zijn, als de mens er niet mee werkt, dan heb je er nog weinig aan. Dat is één van de lessen die Ter Gooi ziekenhuizen uit de de regio Gooi en Vechtstreek en schoonmaakbedrijf CSU trekken uit hun samenwerking om innovaties te testen. De twee spraken erover tijdens een online webinar van CSU op donderdag 11 februari. BeSense wordt Beyond EyesVolg Service Management op LinkedIn:

Diane van Dijk (directeur commercie & hospitality van CSU en voorzitter van de Vereniging Schoonmaak Research) nam de presentatie op zich. Zij wilde allereerst van MetaBoelens, branchemanager zorg van het schoonmaakbedrijf, weten of corona het innoveren binnen zorginstellingen moeilijker had gemaakt. “Ik zie een wisselend beeld. Innovaties waar al een start mee was gemaakt, kregen een versnelling. Als die start nog niet was gemaakt, kwam het initiatief vaak stil te liggen door corona.” Ze constateerde vervolgens dat technologische innovatie hand in hand moet gaan met sociale innovatie. Zeker in de zorg. “De techniek introduceren is goed, maar het is de mens die ermee moet werken.”

 In 2023 naar een nieuwe locatie

Ter Gooi bouwt  een nieuwe hoofdlocatie in Hilversum, in de bosrijke omgeving van Monnikenberg. Daar wordt in 2023 alle acute, intensieve en klinische zorg van de huidige locaties van Blaricum en Hilversum geconcentreerd. Peter Elders, manager Facilitair, wilde juist in de oude situatie innovaties toepassen om zo zeker te weten dat deze in de nieuwe situatie zouden werken. “We hopen begin 2023 naar de nieuwe locatie te gaan. Het is een enorm project. Wat ik niet wil is dat ik, bij wijze van spreken, daar 100 innovaties uit de catalogus koop die in de praktijk niet blijken te werken.”

Samen in schoonmaak innoveren

Schoonmaakbedrijf CSU nam de schoonmaak bij Ter Gooi van ISS over en sprak met het ziekenhuis af om te leren van elkaar. Elders: “Daar profiteren we beide van. Wij richting de nieuwe situatie, zij naar andere ziekenhuizen toe die ze als klant hebben of willen hebben. Dan spreek je dus af samen te innoveren. Maar dan moet je ook accepteren dat het goed of fout kan gaan.”

[Tekst gaat verder onder de afbeelding]

Een intelligente kraan

Als voorbeeld noemde Elders een ‘intelligente’ kraan. “Op de spiegel staat hoelang je je handen moet wassen en je krijgt van de kraan eerst een hoeveelheid zeep en dan een aantal seconden water. In coronatijd leek dat heel logisch, want je ziet hoe lang je je handen moet wassen. De kraan handelt daar ook naar. Maar in de praktijk werkte het niet. Een schoonmaker die een slokje water wilde drinken, kreeg er altijd zeep bij. Als hij of zij gewoon water nodig heeft, is het ook niet handig. Dan ben ik blij dat we het getest hebben en we die innovatie niet meenemen naar de nieuwbouw.”

Innoveren gaat met vallen en opstaan

Van Dijk constateerde dat samen innoveren nieuwe energie meebrengt. “Het gaat met vallen en opstaan, maar je krijgt er hele mooi inzichten van. Samen bouw je aan een partnership.” Onder de tips behandelde ze dat er evaluatiemomenten in het innovatietraject moeten worden ingebouwd. “Door corona vielen er logischerwijs een paar momenten uit en dan wordt het lastiger om de draad weer op te pakken.” Een andere les: “Experimenteer voordat je grootschalig uitbreidt. Doe dat op de werkvloer. Bedenk niet alleen innovaties op kantoor.”

 Te spreken over sensoren

Elders was zeer te spreken over het BeSense-sensorensysteem. “Het was origineel bedoeld om schoonmakers te laten weten of ruimtes schoongemaakt moesten worden of niet. En hoe schoonmaaktijd verdeeld kan worden. Maar we haalden er veel meer informatie uit. We wisten niet alleen in welke frequentie we ruimtes moesten schoonmaken, maar bijvoorbeeld ook hoeveel artsenkamers we nodig hebben voor de nieuwbouw. Dat is gevonden data. Je kunt ook op kantoor zien of flexplekken bezet zijn of dat je er kunt gaan zitten. Dat was natuurlijk allemaal voor corona. Na corona hebben we onze kantoormedewerkers niet meer op kantoor gezien.”

Fotowand toiletten

Ter Gooi en CSU experimenteerden ook met voegenreiniger en een fotowand op de toiletten. “In een ziekenhuis lopen normaal gesproken veel mensen rond in de openbare ruimtes. De toiletten werden dan ook veel gebruikt. We kregen wel eens het commentaar dat de toiletten niet schoon waren, maar je kunt er ongeveer wel een schoonmaker de hele dag naast zetten. Daarbij komt: het huidige gebouw is oud en dat beïnvloedt de perceptie. Wij wilden weten of je met het schoonmaken van de voegen en de fotowand die perceptie konden beïnvloeden. Want technisch gezien was het schoon, maar de beleving van schoon was anders.”

Meldingen geïntegreerd met FMIS

Van Dijk legde vragen van kijkers voor aan Elders. Onder andere over meldingen die schoonmakers via een tablet kunnen doorgeven. Bijvoorbeeld aan de cateraar als er veel vaat op een aanrecht staat of aan de onderhoudsafdeling als er iets niet werkt. Zijn die meldingen geïntegreerd met het FMIS, wilde een kijker weten. “Nee”, antwoordde de facilitaire manager. “Op dit moment nog niet, maar dat gaat wel komen. Als we naar de nieuwbouw gaan, krijgen we ook een nieuw FMIS. Het heeft dus nu nog geen zin om te koppelen.”

In welke ruimtes sensoren?

Een andere vraag: welke ruimtes lenen zich voor sensoren? “Ruimtes die fluctueren qua gebruik. Denk aan openbare toiletten, vergaderzalen, flexplekken. Daar waar je een objectivering van het gebruik nodig hebt.” Boelens sloot daarop aan. “Het moet de moeite waard zijn om te gaan meten want je wilt een proces door de aankoop van sensoren niet duurder maken dan het moet zijn. Daar waar bezettingsgraden fluctueren is het van meerwaarde.” Kreeg Elders vragen van medewerkers over de sensoren en privacy? “We zien dat er iemand is, maar niet wie het is. We hebben het communicatief zo goed mogelijk begeleid. Een arts heeft een sensor over een bureau vandaan gehaald.”

Samen innoveren betekent ook accepteren dat het goed of fout kan gaan

Sensoren mee naar de nieuwbouw

Elders neemt de kraan niet, maar de sensoren wel mee naar de nieuwbouw. “Het werkt echt. Van 100.000 vierkante meter gaan we naar 70.000 vierkante meter. Sommige collega’s raken daarvan in paniek omdat ze denken straks geen ruimte voor zichzelf te hebben. Sensoren kunnen ons helpen de bezetting inzichtelijk te maken.”

Tot slot vroeg Van Dijk wat Elders andere facilitair managers mee zou willen geven. “Om te innoveren heb je een veilige omgeving nodig. Je moet echt samen het willen laten werken en niet boos worden als een innovatie niet goed is. Dat hoort bij experimenteren. Beiden willen dat de innovatieve samenwerking een succes wordt. Als je die instelling weet te bereiken met elkaar, dan werkt het.”