Uit het onderzoek blijkt dat 46 procent van de werkzoekenden salaris het belangrijkst vindt bij de keuze voor een nieuwe baan. Daarna volgen werksfeer (29 procent) en werk-privébalans (23 procent). Onder WW’ers komt werksfeer echter op gelijke hoogte met salaris.
Volgens arbeidsmarktadviseur Jeroen de Quillettes laat dit zien dat kandidaten niet alleen zekerheid willen, maar ook behoefte hebben aan een prettige sociale omgeving. ‘Een slechte sfeer kan bovendien leiden tot nieuwe uitval. Werkzoekenden lijken dus te zoeken naar een duurzame basis’, aldus De Quillettes.
Grote behoefte aan meeloopdagen en informele kennismaking
Ruim een derde van de werkzoekenden wil eerst de sfeer proeven via een meeloopdag, open dag of informeel gesprek. Die behoefte biedt kansen voor schoonmaakbedrijven, waar het werk vaak per locatie verschilt en kandidaten soms onzeker zijn over wat hen precies te wachten staat.
Werkzoekenden noemen een negatieve bedrijfscultuur, te lange reistijd en een salaris onder hun minimum als belangrijkste redenen om uiteindelijk toch van een baan af te zien.
Werkzoekenden tonen flexibiliteit, vooral WW’ers
Het UWV-onderzoek laat zien dat veel werkzoekenden bereid zijn concessies te doen om hun kansen op werk te vergroten. Dat kan gaan om het volgen van scholing naast de baan, het accepteren van een tijdelijke aanstelling of het instromen in een functie die minder goed aansluit op eerdere werkervaring. Vooral mensen met een WW-uitkering zijn flexibel.
Ongeveer de helft van de werkzoekenden ervaart dat persoonlijke kenmerken hun baankansen verkleinen. Leeftijd is daarbij het meest genoemde bezwaar. Onder 55-plussers met een WW-uitkering voelt zelfs 71 procent zich hierdoor benadeeld. Jongeren zeggen juist vaker dat hun uiterlijk een rol speelt.







