Ergonomisch moppen versus de schoonmaakdoelstellingen

Ergonomisch moppen versus de schoonmaakdoelstellingen

Wat is de ideale mopmethode? Bestaat die überhaupt? En in hoeverre gaat ergonomisch moppen ten koste van de schoonmaakdoelstellingen. Een opinie. 'Ergonomie is heel belangrijk. Maar dan wel vanuit de schoonmaakoptiek.'

Door: Jan van Triest

Al in 2013 publiceerde de VSR een artikel, gedestilleerd uit haar onderzoek naar vlakmoppen. Dit artikel doet uitspraken over ergonomie bij vlakmoppen. De kop: ‘Achtjesbeweging meest ongunstig’. Dat ‘vooruit banen lopen’ als techniek het meest ergonomisch is, is een open deur.

Echter, in die gevallen dat de ruimte voor banen lopend geschikt is, wordt al gauw een machine ingezet. Moet er toch handmatig gemopt worden, dan valt de keuze vaak op een bredere mop die vooruitgeduwd en niet zijdelings meegevoerd wordt.

Banenlopen
Laten we vooral kijken naar de dagelijkse praktijk. Is de ruimte met meubilair uitgerust? Banenlopen gaat alleen indien de ruimte ook daadwerkelijk vrij is.

Hoe worden banen vooruit gelopen? Bij de minst belastende methode wordt de mop door de medewerker vooruit geduwd. Tijdens het vooruit bewegen loopt de medewerker echter direct over de vochtige vloer lopen. Daarmee brengt hij vuil en bacteriën van zijn voetzolen over op het zojuist schoongemaakte vlak. Ook is het risico op uitglijden of vallen groter.

Meubilair
De houding die de RAS in een van haar instructiefilmpjes promoot, is de zijwaarts-vooruitlopende-methode, waarbij de medewerker de mop zijdelings meesleept. Onder ideale testomstandigheden nog wel te doen, maar in de dagelijkse praktijk – bij de minste of geringste weerstand – belastend voor rug en nek.

De steel langer afstellen en de mop zijwaarts voor de medewerker uitduwen genereert veel minder fysieke belasting. Voordeel bij de geteste voorwaarts-zijwaartse-methode is dat links- en rechtshandig afgewisseld kan worden.

Minder belastend banen lopen bij kleinere ruimtes met meubilair gaat vaak niet op. Op het einde van elke baan moet de mophouder omgedraaid worden, wat met twee tot drie keer overpakken gebeurt. Juist dit draaien – terwijl de steel met volle hand wordt vast gehouden – veroorzaakt problemen aan gewrichten. Daarbij komt dat een oplettende waarnemer al snel kan vaststellen dat de productienorm volgens deze methode aanzienlijk omlaag gaat. Natuurlijk is het welzijn van de productiemedewerker belangrijk. Echter, indien de doelstelling schoonmaken niet centraal staat, krijgt de medewerker snel andere zorgen.”

Stofzuigmethode
Dat achteruit lopen minder natuurlijk is dan vooruit lopen, is iedereen duidelijk. Maar waar gaat het hier om: ergonomie met hoofdfocus op kwaliteit of ergonomie met kwaliteit als bijzaak?

De discussie van M- of S-beweging – ingegeven door de focus op ergonomie – keert regelmatig terug. Bij banen lopen en de S-beweging wordt vuil beter weg genomen dan bij de M-methode, ook wel de stofzuigmethode genoemd.

Want een vlakmopsysteem dat steeds met de M-beweging het vuil aan de buitenrand van de mop verzamelt, verliest veel partikels weer snel. Het bulldozer effect tijdens het inzamelen, duwt het vuil naar de buitenzijde. Om het vervolgens bij het terughalen van de mop deels te laten liggen.

RSI-klachten
Waar komen nu al die RSI-klachten veroorzaakt door moppen vandaan? Om een vloer schoon te kunnen maken spelen een aantal zaken. En één daarvan is vloerfrictie.

Om frictie te overwinnen is fysieke kracht nodig, door de medewerker gegenereerd. De kracht gaat van de medewerker via de steel naar de mop en vandaar naar de vloer. Dit is een keten van processen, waarbij elke schakel invloed heeft op de gewrichten van de medewerker: vloertype, vloerconditie, type mop of doek, vorm van de mop of doekhouder, vorm van de steel en tot slot de manier waarop de steel wordt vastgehouden.

Eén van de oorzaken van RSI is het maken van constante draaibeweging die onder andere bij banenlopen, vooruitlopende achtjesbewegingen en bij verkeerd uitgevoerde achteruitlopende achtjesbewegingen gemaakt worden.

Conflict
Het instructiefilmpje van de RAS – waarbij handvat en steel met volle hand vastgehouden worden – doet vermoeden dat eenzelfde verkeerde handtering bij de testvideo’s heeft plaatsgevonden.

Zodra de onder of bovenhand de steel omvat, is het foute boel. Dat geldt ook voor de stelen met een draaiende kop. Hierdoor wordt de onderhand extreem belast voor het maken van de draai beweging.

De minst belastende beweging in deze is de achterwaartse achtjesbeweging, vooropgesteld dat de vloerfrictie gelimiteerd is en de techniek juist wordt uitgevoerd. Zodra het overbruggen van de vloerfrictie prioriteit krijgt, ontstaat snel een conflict tussen de schoonmaakdoelstelling en de ergonomie. Eindigend in bijvoorbeeld de advisering van de M-beweging.

Mopframe
De volgende zaken sluiten een te hoge vloerfrictie tijdens het onderzoek uit: mop is een mix van microvezel en polyamide. de breedte van het mopframe is beperkt tot veertig centimeter. En de verstelbare steel is kort ingesteld en de vloer is in optimale staat.

Polyamide vezels ‘tillen’ de microvezels van het oppervlakte, waardoor de frictie vermindert. De voorkeur voor een frame van veertig centimeter stamt uit de tijd dat met zwaardere, nattere katoenmoppen gewerkt werd en naar minder zware methoden gezocht werd. Bij hogere vloerfictie moet met kortere steel dichter op het lichaam gewerkt worden om rug en schouder zoveel mogelijk te ontzien.

Wisblad
Er had nog meer beperkt kunnen worden als in de plaats van een 10 centimeter breed frame een 1 millimeter breed wisblad ingezet was. Met een langere steel is de ergonomie beter gediend, aangezien dit minder belastend is voor rug en knieën bij schoonmaken onder tafels, stoelen en bedden.

Dit alles sluit aan bij de ideale omstandigheden om in een achterwaartse achtjesbeweging schoon te maken, zonder pols of schouder te belasten. Waarbij tevens de torsiebeweging – die de rug bij zijwaarts banenlopen moet maken – vermeden wordt.

Schoonmaakefficiëntie
We zijn schoonmakers en de schoonmaakefficiëntie bepaalt of we werk hebben. Ergonomie is heel belangrijk. Maar dan wel vanuit de schoonmaakoptiek. Niet andersom. Onderzoek helpt, maar dan moeten we er wel voor waken dat we de juiste informatie aan de schoonmaakindustrie aanreiken.

Kijk ook naar andere innovatieve vormen die dezelfde doelstelling nastreven. Onderzoek niet alleen vanuit bekende visies en handelswijzen, aangezien dit tot onjuiste of irrelevante conclusies kan leiden.

Ergonomisch valt er voor de productie medewerkers nog veel te verbeteren. Denk aan lichtere wissystemen, gedurende het werk afwisselend links- en rechtshandig wissen of regelmatig een paar lichte strekoefeningen doen. Daarbij kan het wissysteem overigens prima als hulpmiddel kan functioneren. Ook simpele dingen die bukken vermijden – bijvoorbeeld een stoffer en blik met lange steel – kunnen daarbij helpen.

Jan van Triest is creative cleaning consultant van BioFriends.