NVZ: Regeldruk nadelig voor ondernemersklimaat professionele reinigingsmiddelen

NVZ: Regeldruk nadelig voor ondernemersklimaat professionele reinigingsmiddelen

De sector van producenten en importeurs van professionele reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen wordt beïnvloed door de toenemende regeldruk. Effectieve en duurzame reinigings- en desinfectiemiddelen, die essentieel zijn voor het waarborgen van hygiëne en veiligheid, dreigen minder beschikbaar te worden door disproportionele administratieve lasten en onnodig restrictieve wetgeving.

Door: Chuchu Yu, Manager Scientific & Regulatory Affairs bij NVZ

Vanuit VNO-NCW en MKB-Nederland is veel aandacht gevraagd voor de lastenverzwaringen en regeldruk die producenten en importeurs treffen*. De stijgende regeldrukkosten, zoals in 2022 met bijna 200 miljoen euro**, zorgen voor een verregaande administratieve belasting.

Deze lasten vereisen van bedrijven uitgebreide rapportages en naleving van complexe regelgeving, wat niet altijd even efficiënt en doeltreffend is. Bedrijven, en zeker mkb-bedrijven, hebben beperkte middelen (personeel én geld) om zich hiermee bezig te houden.

De sector van reinigingsmiddelen wordt hiernaast geconfronteerd met sectorspecifiekere regels, waaronder het nationaal beleid zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en de ‘aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie’ (ARIE-regeling)***. Naast deze nationale regelgeving drukken ook de nieuwe EU Verpakkingsverordening en de EU-richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen (CSRD) zwaar op de sector.

Beperkingen op gevaarlijke stoffen

De wet- en regelgeving rondom chemische stoffen, bekend als het stoffenbeleid, wordt dynamisch aangepast op basis van wetenschappelijk inzicht. Hoewel verduurzaming binnen het beleid essentieel is, leidt de politiek gedreven drang naar meer regels en het steeds verder onnodig beperken van chemische stoffen vaak tot disproportionele beperkingen.

Het voorzorgsbeginsel, dat binnen Nederland en de EU (te) vaak en op verkeerde wijze wordt toegepast, zorgt ervoor dat productie van grondstoffen steeds meer buiten de EU plaatsvindt. Dit vermindert de grip op duurzame productie en kan tot leveringsproblemen leiden bij geopolitieke onrust of noodsituaties, zoals tijdens de COVID-pandemie.

Stoffenbeleid op basis van chemofobie kan ernstige gevolgen hebben voor de maatschappij. ”

Chemofobie, een irrationele angst voor chemische stoffen, speelt daarnaast een steeds grotere rol in de totstandkoming van stoffenbeleid. Uit angst worden beperkingen op basis van gevaar gelegd op effectieve stoffen die veilig te gebruiken zijn****. Terwijl chemische stoffen essentieel zijn in onze samenleving, zoals ook voor reinigings- en desinfectiemiddelen. Producten die cruciaal zijn voor de volksgezondheid. Stoffenbeleid op basis van chemofobie kan ernstige gevolgen hebben voor de maatschappij.

Om maar een voorbeeld te noemen:

Alle gangbare schoonmaakmiddelen zijn op basis van water dat organische oplosmiddelen heeft vervangen. Hiermee is in de afgelopen decennia een grote verbetering gerealiseerd van de bescherming van het milieu en de volksgezondheid doordat er minder (vluchtige) organische stoffen zijn uitgestoten. Vanuit de EU Detergentenverordening is verplicht dat de belangrijkste ingrediënten van schoonmaakmiddelen biologisch afbreekbaar zijn.

Deze combinatie van water en biologische afbreekbaarheid maakt dat schoonmaakmiddelen vatbaar zijn voor bederf door groei van micro-organismen. Hiertoe zijn conserveermiddelen essentieel om de veiligheid en kwaliteit van schoonmaakmiddelen te borgen.

Tegelijkertijd wordt het gebruik en de beschikbaarheid van conserveermiddelen steeds verder beperkt op basis van het gevaar van deze stoffen zonder te kijken naar het daadwerkelijke risico en de bijdrage die deze stoffen leveren. Welke kant moeten we nu op met watergedragen schoonmaakmiddelen?

Het is de vraag in hoeverre de nieuwe verplichtingen daadwerkelijk bijdragen aan veiligheid en duurzaamheid. ”

Holistische aanpak

De eerder genoemde wetgeving is bedoeld om veilige en duurzame (productie van) reinigings- en desinfectiemiddelen te borgen. Met de afgelopen en aankomende wijzigingen van deze wetgeving is het echter de vraag in hoeverre de nieuwe verplichtingen daadwerkelijk bijdragen aan veiligheid en duurzaamheid.

Het ontbreekt hier regelmatig aan een holistische benadering: wat is de impact van een beleidswijziging in het grotere plaatje? Hoe waarborgen we dat er effectieve, duurzame producten op de markt beschikbaar blijven? Het is daarom van cruciaal belang dat maatregelen gebaseerd worden op risico’s in plaats van mogelijk gevaar. Alleen dan kan de sector binnen de EU veiliggesteld worden en een gunstig ondernemingsklimaat behouden blijven.

Inzicht in de markt

Voor inkopers van professionele schoonmaakmiddelen is het belangrijk inzicht te hebben in de markt en te bekijken hoe effectief de schoonmaakmiddelen zijn. Als je meerdere keren dezelfde vaat of was moet doen omdat het schoonmaakmiddel niet effectief genoeg is, dan ben je niet duurzaam bezig.

Ook moet je het juiste middel gebruiken voor het soort vervuiling dat je weg wilt halen: om bijvoorbeeld kalkaanslag weg te halen, kan je beter een badkamerreiniger gebruiken dan handafwasmiddel.

Tot slot kunnen schoonmaakmiddelen hoger geconcentreerd zijn, waardoor je met minder schoonmaakmiddel hetzelfde resultaat bereikt. Je hebt dus als inkoper zelf een belangrijke rol in het kiezen van de meest veilige en duurzame producten.

Bronnen
* https://www.vno-ncw.nl/artikelen/ondernemers-bieden-oplossingen-voor-verminderen-regeldruk
** Jaarverslag 2022 Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)
*** https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/03/24/actualisering-bedrijfseffectentoets-en-mkb-indicatorbedrijven-onderzoeken
**** https://www.nvz.nl/kennisbank/veilig-schoonmaken/wetgeving-voor-veiligheid-2/