Werkgeverslasten
De werkgeverspremies blijven in 2026 grotendeels ongewijzigd. De premie voor het arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) daalt licht. De lage premie (voor kleine werkgevers) daalt met 0,02 procentpunt en wordt 6,26%. De hoge premie (voor grote werkgevers) daalt met 0,03 procentpunt en komt uit op 7,61%.
De premie voor de Werkhervattingskas (Whk) stijgt met 0,2 procentpunt naar 1,52%.
Hieronder een overzicht van de werkgeverslasten in 2026:

RVU-regeling verlengd
De regeling voor vervroegde uittreding (RVU) wordt verlengd tot 2028. Het drempelbedrag stijgt van € 2.273 naar € 2.573 bruto per maand. Boven dit bedrag of bij meer dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd geldt een RVU-eindheffing. Deze loopt op van 52% in 2025 tot 65% in 2028. Werkgevers kunnen oudere werknemers zo helpen eerder te stoppen met werken, bijvoorbeeld via een maandelijkse uitkering of een eenmalige betaling.
Belastingen
Wijzigingen inkomstenbelasting
De schijven van de inkomstenbelasting en de heffingskortingen in 2026 niet volledig aangepast aan de inflatie. Hierdoor komen medewerkers iets eerder in een hogere belastingschijf terecht.
Eerste schijf: van € 38.441 (2025) naar € 38.883 (2026)
Tweede schijf: van € 76.817 (2025) naar € 79.137 (2026)
Afvalstoffenbelasting stijgt fors
Vanaf 2028 gaat de afvalstoffenbelasting omhoog. Deze stijgt van € 39,71 per 1.000 kilo in 2025 naar € 90,21 in 2028, en vervolgens naar € 113,81 vanaf 2035. Daarnaast moeten afvalverbrandingsinstallaties vanaf 2027 belasting betalen voor het verbranden van zuiveringsslib. Ook gaan zij per 1 januari 2027 meer CO₂-belasting betalen.
Arbeidsmarkt en contractvormen
Compensatie transitievergoeding
Al eerder werd bekend dat de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid voor grote(re) werkgevers stopt. Kleine werkgevers kunnen wél gebruik blijven maken van deze compensatie. Het kabinet streeft ernaar om deze beperking per 1 juli 2026 in te laten gaan.
Aanpak schijnzelfstandigheid gaat door
De aanpak van schijnzelfstandigheid wordt voortgezet. Het demissionair kabinet is voornemens om het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) door te zetten. Deze wet moet meer duidelijkheid geven over wanneer iemand zzp’er is en wanneer niet.
Einde aan nulurencontracten
Het demissionaire kabinet gaat door met de Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten. In dit wetsvoorstel worden nulurencontracten afgeschaft. In plaats daarvan komt er een zogenoemd bandbreedtecontract. Het vorige kabinet noemde dit een basiscontract. Met deze wet worden draaideurconstructies aangepakt en wordt een vast contract de norm bij structureel werk.
Ziekte en verlof
Kwijtschelden WIA-voorschotten
De verwachting is dat de achterstanden bij de WIA-claimbeoordeling aanhouden. Het tijdelijke kwijtscheldingsbeleid wordt daarom structureel doorgevoerd. Hierbij worden voorschotten niet teruggevorderd wanneer blijkt dat werknemers bij de claimbeoordeling geen recht op een WIA-uitkering hebben als dit niet verrekend kan worden met een andere uitkering.
Herinvoering 60-plusmaatregel
De 60-plusmaatregel is sinds 1 september opnieuw geïntroduceerd, voor een periode van 2 jaar tot en met 31 augustus 2027. Werknemers die vanaf 1 september 2025 het einde van de wachttijd bereiken en op dat moment 60 jaar of ouder zijn, komen in aanmerking voor de vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling. Daarbij is de rol van de verzekeringsarts beperkt of de rol vervalt of is er extra inzet van de arbeidsdeskundige.
Extra geld voor aanpak problemen UWV
Het kabinet trekt extra geld uit voor de problemen bij UWV. Er wordt € 213 miljoen gereserveerd voor nabetalingen als gevolg van de herstelacties. Vanwege de lange wachttijden hoeven mensen in afwachting van hun beoordeling het voorschot niet terug te betalen, als dit niet verrekend kan worden met een andere uitkering. Dit kost € 278 miljoen. Tot slot investeert het kabinet € 36 miljoen in sociaal-medische centra.
Medisch advies bedrijfsarts leidend
Bij de Tweede Kamer ligt al geruime tijd een wetsvoorstel klaar waarin wordt bepaald dat het advies van een bedrijfsarts leidend wordt bij de toetsing van het re-integratieverslag (RIV-toets). Inmiddels zijn er middelen beschikbaar gesteld om het wetsvoorstel te laten ingaan per 1 januari 2028.
Vereenvoudiging verlofstelsel
Het nieuwe verlofstelsel moet ingaan op 1 juli 2027 en omvat drie pijlers: geboorteverlof en zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijk verlof. Het ministerie volgt hierbij het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). De plannen worden de komende periode verder uitgewerkt en naar verwachting voor het einde van 2025 gepubliceerd ter internetconsultatie.
Uitgesteld: verkorting WW
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de duur van de WW-uitkering per 1 januari 2027 daalt van 24 naar 18 maanden. Het kabinet stelt dit uit, omdat het UWV de aanpassing voor deze datum niet haalbaar vindt. Uit de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat deze duurverkorting met een jaar wordt uitgesteld. De nieuwe invoeringsdatum is 1 januari 2028.
Uitgesteld: re-integratie tweede spoor
Het wetsvoorstel re-integratie tweede spoor wordt met 2 jaar uitgesteld naar 1 januari 2030. Volgens dit voorstel moeten kleine en middelgrote werkgevers de re-integratie van zieke werknemers in het tweede ziektejaar richten op re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). De reden voor de vertraging zijn de toenemende achterstanden bij het sociaal-medisch beoordelen (SMB) en de extra uitvoeringscapaciteit die dit wetsvoorstel van UWV vraagt.
Mobiliteit
WPM vervalt voor kleine bedrijven
Vanaf 2026 hoeven bedrijven met minder dan 250 werknemers niet meer te rapporteren over werkgebonden mobiliteit. Vrijwillige rapportage blijft mogelijk.
Hogere belasting brandstof voor werkgevers
Vanaf 1 januari 2027 wordt een pseudo-eindheffing ingevoerd voor auto's op benzine en diesel, bedoeld om de overstap naar een elektrisch wagenpark te stimuleren. De heffing bedraagt 12% van de catalogusprijs van een brandstofauto.
Voor auto's die vóór deze datum al door werkgevers worden aangeboden, geldt een overgangsregeling. Tot 16 september 2030 wordt op deze voertuigen geen extra belasting geheven.
Bijtelling deelfiets aangepast
Fietsen die door de werkgever worden verstrekt, krijgen een bijtelling van 7% voor privégebruik. Nieuw is dat de bijtelling voor (deel)fietsen waarmee werknemers bijvoorbeeld van en naar het station reizen, voortaan op nihil wordt gewaardeerd. Wel moeten werkgevers in de arbeidsvoorwaarden vastleggen dat de fiets niet mee naar huis wordt genomen.