Overname glazenwassersbedrijf eindigt in rechtszaal

Overname glazenwassersbedrijf eindigt in rechtszaal

In september 2015 wordt glazenwassersbedrijf Glazenwasserix uit Winterswijk overgenomen door het Zeeuwse Raamboeners (RBZ), dat eerder dat jaar op de markt kwam. De overname loopt echter bepaald niet op rolletjes en heeft zich inmiddels verplaatst naar de rechtszaal.

Vrijdag deden beide partijen hun verhaal voor de rechtbank in Zutphen. In 2004 besluit Tibo van Hout om voor zichzelf te beginnen als glazenwasser. Naast het reinigen van raam- en houtwerk houdt hij zich met zijn bedrijf Glazenwasserix ook bezig met gevelbeplating, zonnepanelen en vervuilde dakgenoten. Na ruim tien jaar besluit Van Hout in 2015 om zijn bedrijf ter verkoop aan te bieden met het idee na de overname naar Zweden te emigreren.

Overname glazenwassersbedrijf

Raamboeners uit het Zeeuwse Nieuwdorp, dat in april 2015 wordt opgericht, meldt zich bij Van Hout. Het bedrijf heeft zich begin dat jaar gepresenteerd op de Glazenwassers en Gevelbehandelaars Vakbeurs en laat weten op zoek te zijn naar glazenwassersbedrijven om over te nemen. Ook kan gekozen worden voor een franchiseconstructie. De bedoeling is om daardoor een landelijke dekking te realiseren. Het bedrijf heeft ook interesse in een overname van Glazenwasserix.

Tussen beide partijen wordt na uitgebreid overleg een overeenkomst gesloten. Raamboeners zal het Winterswijkse bedrijf per 14 september 2015 overnemen en voortzetten, voor een koopsom die beide partijen overeenkomen. Een eerste bedrag zal op bovenstaande datum betaald moeten zijn, het restant vervolgens in maandelijkse termijnen. Van Hout zal daarnaast nog twee maanden werkzaam blijven voor Glazenwasserix en daarvoor nog een vergoeding van 2.000 euro betaald krijgen.

Eerste barsten

Tot zover lijkt er nog weinig aan de hand. Maar al snel worden er barsten zichtbaar. Van Hout laat weten dat er een betalingsachterstand is opgetreden en dat de voorwaarden uit de overeenkomst niet worden nagekomen. Hij geeft aan herhaaldelijk aan de bel te hebben getrokken met het verzoek het bedrag over te maken. Hem wordt naar eigen zeggen meerdere malen beloofd dat het geld onderweg is. Het contact tussen beide bedrijven verloopt stroef en een periode van mailen en bellen breekt aan.

GeldVan Hout geeft aan dat ook de meewerkvergoeding van 2.000 euro nog niet binnen is. Raamboeners laat weten daar graag een factuur voor te zien. Van Hout stuurt een factuur, maar ontvangt het bedrag niet. Hij trekt nog een aantal keer aan de bel voor hij op 20 oktober besluit naar Zeeland te rijden om de zaken opnieuw te bespreken en op te lossen. Hij spreekt er met beide directieleden. Uitkomst: de betalingsachterstand zal naar verluidt binnen enkele dagen worden ingelopen.

Van Hout besluit ook een advocaat in de arm te nemen en stuurt op 21 oktober een aangetekende brief om alle afspraken op een rij te zetten en nogmaals het bedrag te noemen dat nog betaald dient te worden. Volgens hem staat er nog een kleine 5.000 euro open op dat moment. Een week later, op 28 oktober, is het bedrag nog niet binnen en laat Van Hout het contract middels een brief van zijn advocaat ontbinden.

Niet nakomen verplichtingen

Daar is RBZ het niet mee eens en het bedrijf besluit daarop om naar de rechter te stappen. Volgens het Zeeuwse bedrijf is het niet juist dat de koopovereenkomst wordt ontbonden, aangezien de ontbinding niet in verhouding staat tot de beperkte mate waarin RBZ haar verplichtingen niet is nagekomen. Beide partijen zijn het niet eens over het bedrag dat nog open staat en kijken anders tegen de gemaakte afspraken aan, die deels schriftelijk en deels mondeling overeen zijn gekomen.

Volgens de overnemer houdt de gedeeltelijke niet-nakoming verband met het achterhouden van werkbonnen door Glazenwasserix. Het bedrijf laat weten schade te hebben geleden en vordert daardoor een materiële schadevergoeding van bijna 37.000 euro wegens gemaakte bedrijfskosten, waaronder loon- en reiskosten. RBZ stelt dat juist Glazenwasserix tekort is geschoten en wil daarom via de rechter een bedrag van in totaal 39.826 euro verhalen op Van Hout.

In gebreke gebleven

Het bedrijf uit Winterswijk weerlegt op zijn beurt de aantijgingen en vindt dat de overnemende partij meerdere malen in gebreke is gebleven. Van Hout eist dat RBZ veroordeeld wordt tot het betalen van een nog nader te bepalen schadevergoeding als gevolg van het niet nakomen van betalingsverplichtingen. Ook wil hij dat zijn bedrijfswagen weer op zijn eigen naam komt te staan en dat het derdenbeslag op twee bankrekeningen weer wordt opgegeven.

De rechter doet naar verwachting begin oktober uitspraak in deze zaak.