Volgens Van Blijswijk kent de glas- en gevelbranche veel bravour. “Mij gebeurt niets… Ik val niet… Ik doe het al jaren zo. Dat soort geluiden hoor ik vaak. Terwijl er een wettelijk kader is om veilig te moeten werken. Dat weet men vaak niet. Of het wordt niet verteld aan medewerkers.” Soms is ook de werkgever of de opdrachtgever het probleem. “Ik moet het wel doen, anders ontslaan ze me, is dan de gedachte. Of, in het geval van de zzp’er: misschien krijg ik dan de opdracht niet.”
Vooral bij kleinere bedrijven schiet het investeren in valbeveiliging erbij in, constateert Van Blijswijk. “Het osmosewatersysteem met de tuckerpole kost al best veel geld. Dan wordt een investering in bijvoorbeeld een harnas om je met een verbindingsmiddel aan een hoogwerker vast te maken, als teveel gezien. En dus zie je glazenwassers zonder verbindingsmiddel in een hoogwerker staan.” Dat is wettelijk niet verboden, maar het wordt wel aanbevolen. Als er een symbool op de hoogwerker zelf staat, is het wel verplicht. “Het is ook verstandig, omdat glazenwassers veel moeten reiken over de leuning.”
Ilse Mariën, coördinator specialismen en platforms van Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, vult aan. “Reiken kan, maar hangen uit een hoogwerker mag nooit. Daarnaast: als een verhuurder van een hoogwerker eist dat de gebruiker een harnas moet dragen, is dit verplicht.”
Werken op hoogte: hoe zit het met de veiligheid?
Niet te veel willen betalen voor veiligheid… Het is niet voorbehouden aan glazenwassers en gevelbehandelaars alleen. “Er heerst een gigantische concurrentie. Opdrachtgevers willen niet te veel betalen en daarom beknibbelen aanbieders op veiligheid. Maar als het mis gaat, raakt het ongeluk beiden. Veiligheid valt helaas onder bijkomende kosten. Iedereen wil wel veilig werken, maar het mag niet te veel kosten. Het is een ondergeschoven kindje. Vreemd, want je kunt in feite maar één keer vallen en dan heb je ineens een groot probleem. Als je werknemer valt, ben je als baas verantwoordelijk.”
Werkgever verantwoordelijk
Mariën: “Bij de meeste ongevallen die gebeuren wordt de werkgever verantwoordelijk gehouden door de toezichthouder. De werkgever had beter zijn zorgplicht moeten invullen. Als werknemer daalt je levensstandaard enorm, ook na een schadevergoeding. Daarbij komt natuurlijk dat je het als werkgever niet over je hart kunt verkrijgen als er iets gebeurt. Als zzp’er in glasbewassing of gevelbehandeling heb je welhaast een nog groter belang. Daar is het bij een val meteen einde oefening als ondernemer.”
‘Passende maatregelen’
In de Arbowet staat dat een werkgever veiligheids- en gezondheidsrisico’s van de werknemer moet inschatten. Vervolgens moet hij ‘passende maatregelen’ nemen om die risico’s tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Dat is hij dus wettelijk verplicht. Een glazenwasser of gevelbehandelaar komt bij elke klus andere omstandigheden tegen. Daarom moet de werkgever per gebouw de werkmethode en veiligheidsmaatregelen bepalen. Dit op basis van een evaluatie van de risico’s. Dat kan met een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). Een glazenwasser of een gevelbehandelaar kan niet volstaan met alleen een algemene RI&E voor zijn hele bedrijf.
RI&E voor schoonmaak- en glazenwassersbedrijven
Hij moet daarnaast per gebouw dat hij wast de werkmethode en de veiligheidsmaatregelen bepalen. In de zogeheten Arbocatalogus Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf zitten de maatregelen van de RI&E voor schoonmaak- en glazenwassersbedrijven. De module voor glas- en gevelreiniging ‘veilig werken op hoogte’ is daar weer een onderdeel van. Mariën: “De erkende branche-RI&E kun je vinden op de website www.rieschoonmaak.nl. Op deze website vind je ook de module om RI&E’s voor specifieke objecten te maken.” En in die RI&E wordt ook de stand van de techniek weergegeven, constateert Mariën. “In de praktijk blijkt dat sommige gebouwen niet veilig te onderhouden zijn”, stelt OSB. Dit komt doordat er geen of niet werkende voorzieningen aan het gebouw zijn aangebracht. Denk aan een ongekeurde gondelinstallatie of een te smal glazenwassersbalkon.”
Keuze werkmethode
Niet bewassen. Of de gevels niet behandelen. Dat is het devies in dergelijke situaties. “Het gevolg is dat het gebouw vervuilt of op een onveilige wijze bewassen wordt, of dat bouwkundige aanpassingen aan het gebouw noodzakelijk worden”, zegt Mariën. In de RI&E is er ook aandacht voor de keuze van een werkmethode. Die moet, kort gezegd, bij de situatie passen. Mariën: “Kijk als eerste naar wat de veiligste werkmethode is. Dat heet de bronaanpak. Pas als de meest verantwoorde methode niet mogelijk is, kun je uitwijken naar een andere methode.”
Voor die bronaanpak is een handig stroomschema te vinden via www.arboschoonmaak.nl/wp-content/uploads/2016/06/Stroomschema-AHstrategie.pdf. De meest verantwoorde methodes zijn
volgens OSB de tweepersoonsgevelgondelinstallatie of een glazenwasbalkon. Mariën: “Hierna komen ‘tijdelijke werkplekken’ als een verantwoord alternatief. Denk aan een hoogwerker of staand – al dan niet van binnenuit – wassen.”
Uitzonderingssituaties
Volgens OSB zijn alleen in uitzonderingssituaties de staande ladder, de wassteelmethode, de safesit, het elektrisch klim- en afdaalsysteem en de eenpersoonsgondel een optie. “Dit zijn werkmethoden met beperkingen. Dat vanwege valgevaar en overmatige fysieke belasting.” Valt de keuze toch op zo’n werkmethode, dan moet de gebruiker dat rechtvaardigen in de RI&E voor het project. Volgens OSB moet de RI&E op basis van de kenmerken van het gebouw zelf en de omgeving worden opgesteld. Mariën: “Denk aan waterpartijen, groen/struiken of straatmeubilair. Maar ook bijvoorbeeld uitstekende delen in de gevel, verschillende dakhoogten, scherpe hoeken of bijzondere kozijnindelingen.”
Van Blijswijk sluit aan: “Al met al kun je de RI&E gebruiken om bewust aan de slag te gaan. Door de juiste en dus veiligste werkmethode te nemen die past bij het pand.” Aansluitend moeten gevelbehandelaars en glazenwassers nadenken over hoe ze gered kunnen worden, als zich onverhoopt een calamiteit voordoet. “Dan is het opschrijven dat je de brandweer belt, niet genoeg. Er moet een daadwerkelijk reddingsplan aan vastzitten.”
Dat reddingsplan wordt in veel gevallen niet gemaakt. “Dat is pure gemakzucht. Net zoals er niet altijd een RI&E wordt gemaakt. Ik stoor me daaraan. Veiligheid hoort bij je vak als glazenwasser en gevelbehandelaar. Het is er integraal onderdeel van. Door het te negeren, ben je geen professional. ‘Mij gebeurt niets’, is het gevoel. Of: ‘ik werk al jaren zo. Waarom zou ik veranderen?’ Als zich een calamiteit voordoet, kan er ineens wel geïnvesteerd worden in veiligheid. Maar dan is het kalf al verdronken.”
Gemakzucht
Eenzelfde soort gemakzucht komt ook terug bij werk op daken. “Ben je 4 meter van valgevaar? Dan hoef je geen fysieke afscheiding aan te brengen. Dan ben je in de veilige zone. Denk bij valgevaar aan een dakrand, maar ook aan lichtstraten en luiken. Tussen 4 en 2 meter moet je zorgen voor een tijdelijke afzetting op 2 meter van het valgevaar. Binnen 2 meter van het valgevaar moet er een permanente afzetting komen. Of de gevelbehandelaar of glazenwasser moet aangelijnd werken. Vaak is de tijdelijke of permanente voorziening er niet en lopen glazenwassers toch nog even op een stukje dakrand. Soms zelf een richel van slechts anderhalve meter. Ik kom het regelmatig tegen in de praktijk. Dat soort situaties moet je niet willen. Niet als werknemer, niet als werkgever, maar ook niet als zzp’er. Valbeveiliging moet net zo normaal worden als EHBO of bedrijfshulpverlening. Want aan het einde van dag willen we allemaal veilig terugkeren naar vrouw en kinderen.”
Dit artikel is verschenen in Service Management nummer 4. Kijk hier voor een abonnement of een proefnummer.
Lees ook:
Vers van de pers: Service Management nummer 4
Nieuwe regels voor veilig werken op hoogte
Werken op hoogte met valbeveiliging