Minimumtarief voor zzp'ers van de baan

Het kabinet trekt een wetsvoorstel in om zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) een minimumuurtarief te laten verdienen. Dat schrijft minister Koolmees (SZW) aan de Tweede Kamer. Het tarief moest ervoor zorgen dat zzp'ers niet onder de armoedegrens terecht komen. Waarop strandden de goede bedoelingen van het kabinet en hoe nu verder?Volg Service Management op LinkedIn:

Minimumtarief voor zzp’ers van de baan

Er was brede kritiek op het voorstel om een minimumtarief voor zzp’ers in te voeren. De Commissie Regulering van werk, de Stichting van de Arbeid en het Adviescollege Toetsing Regeldruk waren allen tegen het plan, erkent minister Koolmees. Het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring zou tot een enorme administratieve last leiden, zo klonk het.


LEES OOK: Minimum tarief: zzp’ers gaan minimaal 16 euro per uur verdienen


Wat is het probleem met het minimumtarief?

In de Kamerbrief legt Koolmees uit waar de knelpunten zitten. Het uitgangspunt bij zowel het minimumtarief als de zelfstandigenverklaring is het tarief dat een zelfstandige per uur verdient. De juiste vaststelling van dat tarief vergt een uitgebreide administratie van gewerkte uren en gemaakte kosten bij de opdrachtnemer, maar ook bij de opdrachtgever die zich er van moet vergewissen dat de opdrachtnemer een tarief per uur verdient dat voldoet aan het minimumtarief of dat het gebruik van een zelfstandigenverklaring rechtvaardigt.

Voor het bijhouden van deze administratie moeten opdrachtnemers en opdrachtgevers onderscheid maken tussen directe uren en directe kosten (die relevant zijn voor het berekenen van het uurtarief) en indirecte uren en indirecte kosten (die niet relevant zijn voor het berekenen van het uurtarief). Uit de consultatie van het wetsvoorstel blijkt dat met name dit onderscheid tussen direct en indirect ervoor zorgt dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers het onduidelijk vinden op welke wijze het uurtarief moet worden berekend.


LEES OOK: Veel zzp’ers hebben geen voorziening voor arbeidsongeschiktheid: hoe zit dat in de schoonmaak?


Welk probleem moet worden opgelost met het minimumtarief?

Niet elke zelfstandige staat even sterk in zijn schoenen. Sommigen voelen zich gedwongen om klussen aan te nemen tegen scherpe of zelfs te scherpe tarieven. Om te voorkomen dat deze zzp’ers in armoede vervallen, wil het kabinet dat zij een minimumtarief verdienen. Het kabinet is van mening dat het afdwingen van een minimumtarief niet aan een kwetsbare groep aan de onderkant van de arbeidsmarkt kan worden overgelaten en hecht daarom aan bestuursrechtelijke handhaving.

Maar het is juist die bestuursrechtelijke handhaving die zorgt voor de administratieve verplichtingen. Zonder administratieve verplichtingen kan de zelfstandige niet aantonen dat hij het juiste tarief in rekening brengt, kan de opdrachtgever niet controleren of hij het minimumtarief betaalt, en is effectieve bestuursrechtelijke handhaving niet mogelijk.

Het is volgens minister Koolmees niet haalbaar om het minimumtarief alleen in te voeren in de sectoren waar misbruik van zzp’ers op de loer ligt. De zzp’ers en opdrachtgevers in deze sectoren hikken dan nog steeds tegen de administratieve lastendruk aan. Bovendien wordt er met een dergelijke maatregel geen algemene bodem in de markt gerealiseerd, waarmee ontduiking mogelijk blijft.

Hoe nu verder?

Een deel van het probleem is dat arbeidsrelaties door de toenemende flexibilisering aan duidelijkheid hebben ingeboet. Wanneer is iemand een werknemer en wanneer is hij een zelfstandig ondernemer? Het is allemaal niet meer zo duidelijk.

De overheid toetst op het moment een webmodule die werkenden en werkgevers/opdrachtgevers meer inzicht moet verschaffen. Als uit de beantwoording van de vragen in de webmodule volgt dat buiten dienstbetrekking kan worden gewerkt, dan ontvangt de opdrachtgever een zogeheten opdrachtgeversverklaring. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt de opdrachtgever zekerheid dat geen loonheffing hoeft te worden ingehouden en afgedragen, en geen premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) hoeven te worden betaald.

Uit de eerste evaluatie van de webmodule blijkt dat bijna de helft van de zzp’ers in de testgroep eigenlijk gewoon op de loonlijst van de opdrachtgevers had moeten staan. Koolmees noemt dit in de Kamerbrief zorgwekkend.

Bron: PW. Net als Service Management een uitgave van Vakmedianet.