Ook wanneer het Nationaal Hitteplan niet van kracht is, moet een werkgever ervoor zorgen dat werknemers niet in een situatie verkeren waarin het te warm om te werken is. Artikel 6.1 van het Arbobesluit bepaalt dat de temperatuur op de werkplek niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Hoewel er geen specifieke temperaturen genoemd worden, is wel bepaald dat werkgevers er alles aan moeten doen om gezondheidsklachten en -schade te voorkomen. Wat kunnen ze doen?
Werken in de warmte
Als werken bij een hoge temperatuur niet voorkomen kan worden, moet de werkgever:
- nagaan of werken in de warmte wel noodzakelijk is;
- de duur van werkzaamheden in de warmte verkorten;
- werkzaamheden afwisselen met werk op een koelere plek;
- koele dranken aanbieden;
- persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen.
Te warm om te werken?
Niet alleen de omgevingstemperatuur bepaalt of we het warm hebben. Ook de relatieve luchtvochtigheid, de luchtsnelheid, de warmtestraling, de kleding en de fysieke inspanning spelen een rol. Hoe hoger de relatieve luchtvochtigheid, hoe minder makkelijk ons zweet verdampt, waardoor de koelende werking van het verdampen tekortschiet.
Maar ook de mate van inspanning is bepalend. Zo zal iemand met een zittend beroep het minder snel warm krijgen dan iemand die zware lichamelijke arbeid verricht, zoals schoonmakers en glazenwassers. Doordat al deze factoren een rol spelen, is het lastig vooraf vast te stellen onder welke omstandigheden de gezondheid van de werknemer schade kan oplopen. Om vast te kunnen stellen of er daadwerkelijk sprake is van een ongezonde situatie, zal de situatie te allen tijde door een deskundige beoordeeld moeten worden.
Maatregelen warme werkplek
Hoe kun je je hoofd koel houden tijdens warme dagen?
- Voor de mensen die buiten werken: zorg voor zonnebrandcrème en eventueel beschermende kleding of petjes.
- Voer warme lucht af door te ventileren.
- Pas zonwering toe (buitenzonwering is effectiever dan binnenzonwering).
- Verhoog met ventilatoren de luchtsnelheid, maar pas in verband met de verspreiding van ziekteverwekkers wel op dat de lucht niet van de één naar de ander gaat.
- Vermijd of verminder zware lichamelijke inspanning of stel deze uit.
- Maak platte daken nat (en houd ze nat).
- Voer een tropenrooster in.
- Verkort de werktijd.
- Las extra pauzes in.
- Draag luchtige droge kleding, liefst van katoen.
- Drink veel water (géén alcohol).
- Zorg ervoor dat het zoutgehalte in het lichaam op peil blijft.