Door een uitspraak van de Hoge Raad verdwijnen de slapende dienstverbanden, die mede hebben geleid tot de compensatieregeling. Bij langdurige ziekte van een werknemer moet je het loon maximaal twee jaar doorbetalen. De nieuwe compensatieregeling moet een opeenstapeling van kosten voorkomen.
De compensatieregeling geldt voor transitievergoedingen vanaf 1 juli 2015. De ziekteperiode van twee jaar mag dan niet voor 1 juli 2015 zijn afgelopen. Ook heb je alleen recht op compensatie als je de werknemer ontsloeg vanwege langdurige ziekte, waarbij de werknemer toen nog ziek was. Daarnaast kon de werknemer aanspraak maken op een transitievergoeding en heb je die ook uitbetaald.
Bewijsstukken
Je moet kunnen bewijzen dat je aan deze voorwaarden voldoet. Dit kan met ontslagstukken van UWV of de kantonrechter of een eventuele beëindigingsovereenkomst. Verder gelden als bewijs gegevens waarop de hoogte van de transitievergoeding is gebaseerd, zoals documenten met de hoogte van het brutomaandsalaris en de lengte van het dienstverband. Tot slot kun je als bewijs documenten gebruiken die aantonen dat je de hele transitievergoeding hebt betaald.
Lees ook: Vraag compensatie transitievergoeding tijdig aan
Oude gevallen
Voor transitievergoedingen die tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 zijn betaald aan na twee ziektejaren ontslagen werknemers moet uiterlijk 30 september 2020 compensatie aangevraagd worden. Het UWV beslist binnen 26 weken na de aanvraag of je compensatie krijgt.
Voor de compensatie van transitievergoedingen die na 1 april 2020 betaald zijn geldt dat deze eerst geheel uitgekeerd moeten zijn.Daarnaast mogen er niet meer dan zes maanden zijn verstreken na de betaling van de transitievergoeding. Het UWV beslist voor een transitievergoeding van na 1 april in principe binnen acht weken of je compensatie krijgt.
Slapende dienstverbanden
Het was ook de bedoeling dat de compensatieregeling ‘slapende dienstverbanden’ zou tegengaan. Dit zijn dienstverbanden die formeel doorlopen na de twee ziektejaren om zo betaling van een transitievergoeding te voorkomen. Ook krijgt de werknemer dan geen loon meer. De Hoge Raad was de regeling echter voor.
Uitspraak Hoge Raad
Op 8 november 2019 oordeelde de Hoge Raad dat een werkgever een langdurige arbeidsongeschikte werknemer niet langer tegen diens zin in een ‘slapend dienstverband’ mag houden om uitbetaling van een transitievergoeding te vermijden. Volgens de Raad is het ‘goed werkgeverschap’ als de werkgever het dienstverband beëindigt inclusief uitbetaling van de transitievergoeding, als de werknemer daarom vraagt. Hierbij hoef je niet meer te betalen dan de transitievergoeding die geldt op de dag nadat je de werknemer wegens langdurige ziekte kunt ontslaan. Alleen bij een uitzonderingssituatie, zoals een lopend re-integratietraject, mag een slapend dienstverband nog blijven voortduren.
Lees ook: Opgeruimd staat (niet) netjes: heraanbesteding leidt tot ontslag schoonmaakster
Geen hoge kosten meer
Juist de compensatieregeling bracht de Raad tot deze uitspraak. De regeling zorgt er namelijk voor dat een werkgever niet langer op hoge kosten wordt gejaagd. Ook blijkt eruit dat de wetgever geen ‘slapende dienstverbanden’ meer wil.
Beëindig je een slapend dienstverband en betaal je een transitievergoeding conform de uitspraak van de Hoge Raad, dan heb je daarvoor recht op compensatie. Let erop dat de duur van een slapend dienstverband ook meetelt voor de transitievergoeding. Je hebt echter geen recht op compensatie voor het tijdens het slapende dienstverband opgebouwde deel van de transitievergoeding.
Voorlopig geen tweede maximum
De bedoeling was dat de compensatie maximaal het loon tijdens de twee jaar ziekte zou bedragen. Dit ‘tweede maximum’ voorkomt dat een werkgever meer compensatie krijgt dan de loonkosten over twee ziektejaren.
Het probleem was echter dat uitkeringen of loonkostensubsidies voor zieke werknemers tijdens de eerste twee ziektejaren niet meetellen voor de transitievergoeding. Hierdoor zou de werkgever een lagere compensatie ontvangen. Dit belemmert het doel van deze tegemoetkomingen om het aantrekkelijker te maken om werknemers met een ziekte(verleden) aan te trekken. De nieuwe wet houdt hier geen rekening mee. Het ‘tweede maximum’ is daarom niet ingegaan per 1 april 2020. Er komt nu eerst en onderzoek hoe hiermee omgegaan moet worden.
Lees ook: CNV: honderden schoonmakers gevangen in slapend dienstverband
Bron: PWnet.nl, net als Service Management een uitgave van Vakmedianet.
