Rechtspraak: Schoonmaker onterecht op staande voet ontslagen vanwege verzamelen statiegeldflesjes op werk

Rechtspraak: Schoonmaker onterecht op staande voet ontslagen vanwege verzamelen statiegeldflesjes op werk

De kantonrechter in Amsterdam heeft geoordeeld dat EW Facility Services een schoonmaker ten onrechte op staande voet heeft ontslagen vanwege het meenemen van lege statiegeldflessen en -blikjes op een werkobject. De rechter kent de medewerker onder meer de transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding toe. In totaal gaat het om ruim 35.000 euro.

De schoonmaker, sinds 2013 in dienst bij EW, werkte op een locatie waar uitsluitend personeel van de opdrachtgever kwam. Daar stonden zowel gewone afvalbakken als één grote recyclebak waar medewerkers vrijwillig hun statiegeldflesjes in konden deponeren, waarvan de opbrengst naar het personeel of een goed doel ging.

Op 27 februari 2025 nam de schoonmaker enkele lege statiegeldflesjes en -blikjes mee die hij in gewone prullenbakken had gevonden. Camerabeelden brachten dit aan het licht. Tijdens een gesprek met de beveiliging op 1 maart verklaarde hij dat hij niet wist dat dit niet was toegestaan. Hij dacht dat de flessen en blikjes als afval waren achtergelaten door personeel dat ze van huis had meegenomen. Hij gaf aan dat hij dit slechts een paar keer had gedaan, goed voor circa 35 euro aan statiegeld, en dat hij de schade meteen wilde vergoeden. Daarna hervatte hij gewoon zijn dienst.

Toch liet de opdrachtgever op 2 maart weten dat de medewerker niet meer welkom was op de locatie. EW stelde hem vervolgens op non-actief en ontsloeg hem op 4 maart op staande voet.

Onterecht ontslag: regels onvoldoende duidelijk gecommuniceerd

De rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. Hoewel het begrijpelijk is dat een schoonmaakbedrijf niet wil dat medewerkers spullen van opdrachtgevers meenemen, acht de rechter de sanctie in dit geval te ingrijpend. De medewerker had een dienstverband van bijna twaalf jaar, heeft nooit officiële waarschuwingen gehad en behaalde jarenlang de hoogste scores op zijn functioneren. Dat hij niet wist dat het meenemen van statiegeld uit personeelsprullenbakken verboden was, vindt de rechtbank geloofwaardig.

Van een 'zero tolerance'-beleid op dit gebied was volgens de rechter geen sprake, althans niet op een manier die duidelijk en consistent met medewerkers was gedeeld. In het intern geldende 'Werken bij EW'-boekje staat wel dat statiegeldflessen en –blikjes onder 'gevonden voorwerpen' vallen, maar niet dat dit automatisch leidt tot ontslag op staande voet.

Daarnaast werd die passage pas na het ontslag via WhatsApp onder de aandacht van het personeel gebracht. De werknemer ontving belangrijke informatie volgens eigen zeggen altijd via WhatsApp, en EW betwistte niet dat hij de eerdere melding via de interne app daardoor mogelijk niet had gezien.

Volgens de kantonrechter had EW, zeker gelet op de aard van de werkzaamheden en haar eigen reputatie, veel beter moeten vastleggen én communiceren welke gedragingen absoluut verboden zijn en welke sancties daarop staan. Dat is hier onvoldoende gebeurd.

Vergoedingen lopen op tot ruim 35.000 euro

Omdat het ontslag op staande voet onterecht is, wordt EW veroordeeld tot betaling van meerdere vergoedingen. De schoonmaker krijgt een transitievergoeding van 15.397,48 euro. Ook krijgt hij een gefixeerde schadevergoeding van 14.991,57 euro, omdat EW de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft beëindigd. Daarnaast kent de rechter een billijke vergoeding toe van 5.000 euro vanwege het ernstig verwijtbaar handelen van EW.

Hoewel de medewerker inmiddels een nieuwe baan heeft gevonden bij een ander schoonmaakbedrijf, CSU, verdient hij daar 500 euro per maand minder. Toch stelt de rechter vast dat zijn totale financiële schade beperkt blijft doordat hij snel weer werk vond, wat meespeelde bij de hoogte van de billijke vergoeding.

EW moet bovendien de proceskosten van de werknemer betalen en binnen twee weken correcte specificaties aanleveren van de betalingen.

Bron: Rechtspraak.nl (ECLI:NL:RBAMS:2025:7225)