De psychologie biedt een verklaring. Schoonmaak confronteert ons onbewust met vuil en besmetting. Volgens onderzoek van psychologen Paul Rozin en April Fallon (1987) raakt dit aan de disgust-psychologie: walging als oer-emotie die ons beschermt tegen ziekte en gevaar. Het zien van een schoonmaker kan de gedachte oproepen dat de omgeving net vies was – en dus potentieel onveilig.
Deze primitieve emotie is moeilijk te overrulen met rationeel denken. Rozinen Fallon beschrijven hierbij de law of contagion (‘als iets vies is geweest, blijft het vies’) en de law of similarity (‘iets dat op vies lijkt, is ook vies’).
Koken roept daarentegen doorgaans positieve associaties op: ambacht, transparantie, creativiteit en zorg. In de horeca is ‘zien hoe het gemaakt wordt’ zelfs onderdeel van de waardepropositie. Het verschil zit dus niet in de handeling zelf, maar in de associaties (vuil vs. ambacht), de status van het werk en of het proces de beleving verrijkt of verstoort. Moet de schoonmaak zich daar zomaar bij neerleggen? Absoluut niet!
Van ‘onzichtbare schoonmaak’ naar ‘zichtbaar vakmanschap’
De uitdaging is om schoonmaak niet te positioneren als noodzakelijk kwaad, maar als een gewaardeerd onderdeel van de werkplekbeleving – net als hospitality of receptie. Dat vraagt om slimme keuzes in framing en zichtbaarheid. Spreek niet over ‘vuil weghalen’, maar over ‘zorg voor een frisse, gezonde en inspirerende omgeving’. Ook geldt dat niet alles zichtbaar hoeft, maar áls schoonmaak in beeld komt, moet dit waarde toevoegen. Dat kan door:
- Live presence: zichtbaar schoonmaken op momenten die geruststellen, bijvoorbeeld tafels afnemen tijdens een pauze. Een korte groet of glimlach versterkt daarbij de hospitality-ervaring.
- Timing en discretie: storende taken (stofzuigen, dweilen) buiten piekuren plannen, en juist positieve taken in het zicht uitvoeren.
- Signature moves: herkenbare handelingen ontwikkelen die vertrouwen wekken, zoals een korte hygiëneronde of het zichtbaar bijvullen van handgel.
Feedback en co-creatie
Betrek ook gebruikers actief bij schoonmaak. Met belevingsmetingen en korte feedbackmomenten wordt schoonmaak onderdeel van de dialoog over kwaliteit, in plaats van een stille randvoorwaarde.
Naar een open-keuken-ervaring
Net als een open keuken kan schoonmaak profiteren van transparantie, trots en ambacht. Door zichtbaar te maken dat er kennis, techniek en zorg achter zit – denk aan duurzame middelen of innovatieve tools – verandert schoonmaak van een ongemakkelijk fenomeen in zichtbaar vakmanschap. Zo kan dagschoonmaak uitgroeien tot een waardevol en gewaardeerd onderdeel van de werkplekervaring.
Dr. Herman Kok, docent en onderzoeker bij Wageningen University, en ontwikkelaar van de BelevingsMeter