Zodra de productiemedewerkers van bijvoorbeeld kippenslachterijen en groentesnijderijen ’s avonds laat naar huis vertrekken, gaan duizenden schoonmakers de fabrieken in om de sporen van die dag uit te wissen. De productielijnen moeten de volgende ochtend, voordat de productie weer opgestart wordt, spic en span zijn.
De hygiëne-eisen zijn hoog: voedselveiligheid is immers van levensbelang. In het geval van slachterijen of andere locaties waar met levende dieren wordt gewerkt, voert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zelfs iedere ochtend een inspectie uit. Pas na hun akkoord wordt de fabriek vrijgegeven en kan er geproduceerd worden. Op die plekken waar dat niet gebeurt, worden de schoonmaakwerkzaamheden vaak door de klant zelf voor opstart gecontroleerd.
Enorme kettingreactie
Van der Heijden legt uit: ‘Als wij, als schoonmaak, steken laten vallen, dan kan er ’s ochtends niet gestart worden met de productie. Dat heeft een enorme kettingreactie tot gevolg: de order komt niet op tijd af, waardoor de vrachtwagens niet op tijd kunnen vertrekken, wat in het uiterste geval kan leiden tot lege schappen in de winkels. Of wat nog veel erger is, maar gelukkig bijna nooit gebeurt: de klant begint wél met de productie in de veronderstelling dat het hygiënisch schoon is, terwijl het dat niet is. Waardoor achteraf duidelijk wordt dat de producten niet goed zijn en teruggehaald moeten worden door middel van een recall.’
Schoonmaak is dan ook écht een onderdeel van het voedselproductieproces, wordt duidelijk uit het verhaal van Van der Heijden. ‘Alle mooie producten in de supermarkt zijn mede mogelijk dankzij de schoonmakers, die elke dag opnieuw zorgen voor schone productielijnen. Het is een samenspel met de productiemedewerkers. Wij zorgen ervoor dat zij hun werk goed kunnen doen.’
Elke fabriek is anders
De schoonmaakmedewerkers, op hun beurt, moeten hun werk natuurlijk ook goed kunnen uitvoeren. De fabriek speelt daarin een belangrijke rol. Van der Heijden: ‘Ik krijg van collega’s uit de kantoorschoonmaak weleens de vraag waarom ik nog steeds, altijd, bij iedere klant ga kijken. Dat komt doordat elke fabriek anders is.’
Als voorbeeld neemt hij drie kippenslachterijen die op het eerste oog identiek lijken. Maar bij de één heeft de vloer keurig een afschot richting de putten, zodat het water automatisch de put in stroomt. Bij de andere slachterij ligt de vloer waterpas. Bij de derde blijft het water langs de wanden staan, doordat er niet goed is nagedacht over de afwatering. Dat heeft veel impact: elke dag moet je dat water opnieuw wegtrekken. Vervolgens moet je de vloer schoonmaken, weer wegtrekken, desinfecteren en wéér wegtrekken. ‘Zo ontstaan er opeens wezenlijke verschillen tussen drie fabrieken die eerst identiek leken’, aldus Van der Heijden.
‘Als we in een traject onvoldoende tijd krijgen om goed te calculeren, zullen we niet aarzelen om ons terug te trekken.”
‘Daarom nemen we schouwingen heel serieus. Soms zijn er meerdere mandagen nodig om de fabriek, de machines en de processen goed in kaart te brengen voordat we een offerte uit kunnen brengen’, zegt Van der Heijden. Hij voegt daaraan toe: ‘Als we in een traject onvoldoende tijd krijgen om goed te calculeren, zullen we niet aarzelen om ons terug te trekken. Een slecht onderbouwde offerte kent namelijk uiteindelijk alleen verliezers.’
Machines volgens handleiding schoonmaken
Nog belangrijker zijn de machines die in de fabrieken staan, vaak complexe apparaten met allerlei draaiende onderdelen, grote messen en/of hoge temperaturen. De veiligheid van de medewerkers die deze machines reinigen, staat altijd voorop. ‘Iedereen in onze branche heeft dezelfde opdracht: zorgen dat de schoonmaakmedewerkers die met tien vingers de fabriek in gaan, ook weer met tien vingers naar huis gaan.’
Om te bepalen of, en zo ja hoe, de schoonmaakmedewerkers veilig aan het werk kunnen, lopen de veiligheidskundigen van Kleentec altijd een uitgebreide risico-inventarisatie. Daarnaast vragen ze de machinehandleidingen op bij de klant. Deze bevatten namelijk een schoonmaakparagraaf waarin de machinebouwer uiteen zet hoe zijn machine gereinigd moet worden. ‘Volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie is deze paragraaf altijd leidend in hoe we te werk moeten gaan’, zegt Van der Heijden. ‘Op basis van de risico-inventarisatie en de handleidingen vindt de evaluatie met de klant plaats, en wordt besloten hoe we de reiniging veilig en voedselveilig kunnen uitvoeren.’
Daarbij loop je wel eens tegen dilemma’s aan, vertelt hij. ‘Bijvoorbeeld wanneer de handleiding voorschrijft dat je in stilstand moet reinigen, terwijl de praktijk leert dat je het daarmee niet schoon krijgt. Denk aan schakelbanden waar de vervuiling draaiend in terecht komt en deze ook draaiend verwijderd moet worden. Mechanisatie en automatisering moet dan een oplossing brengen, maar is in de praktijk soms lastig.’
Ander tijdperk
Hoe komt het dat die handleidingen niet altijd aansluiten op de praktijk? Soms is dat simpelweg onwetendheid: machinebouwers hebben het primaire proces uitstekend begrepen en een technisch hoogwaardige machine ontworpen, maar onvoldoende rekening gehouden met de reinigbaarheid. Of: ‘Sommige apparatuur is inmiddels al meer dan vijftig jaar oud en functioneert nog prima, maar stamt uit een tijdperk waarbij minder aandacht aan dit onderwerp werd besteed en er helemaal geen schoonmaakparagraaf bestond. Tenslotte wordt het voorkomen van storingen soms zó belangrijk gemaakt, dat dit ten koste gaat van de veiligheid.’

Van der Heijden illustreert: ‘Bijvoorbeeld door de noodstop achter een kastje te plaatsen. Daardoor kan er weliswaar geen water in inlopen, maar is daarmee ook niet snel in te duwen. Of de besturing van een lijn in een natte ruimte wordt geplaatst in een droge naastgelegen ruimte, waardoor de lijn aan- en uitgezet kan worden zonder dat er visueel contact is met de collega die de band aan het schoonmaken is.’
Botsende belangen
Soms spelen er ook andere belangen mee. Van der Heijden noemt het voorbeeld van een internationale, beursgenoteerde machinefabrikant. Deze heeft in de afgelopen twintig jaar de schoonmaakparagraaf steeds strikter gemaakt: van draaiend schoonmaken in een schoonmaakstand tot nu energieloos in stilstand reinigen. ‘Dat wekt weleens de indruk dat het voorkomen van juridische aansprakelijkheid voorrang krijgt op een in de praktijk goed werkend schoonmaakprotocol’, aldus Van der Heijden.
Dat wekt weleens de indruk dat het voorkomen van juridische aansprakelijkheid voorrang krijgt op een in de praktijk goed werkend schoonmaakprotocol.”
‘Het lijkt soms alsof de veiligheid van de medewerkers een goede voedselveiligheid in de weg staat. Indien de machinehandleiding daadwerkelijk een goede schoonmaak onmogelijk maakt, biedt de wet een uitweg door passende beheersmaatregelen te nemen. Het zou mooi zijn als je deze beheersmaatregelen vooraf zou kunnen toetsen bij de Arbeidsinspectie en samen te beoordelen of ze afdoende zijn. Dat is op dit moment helaas niet mogelijk.’
Hand in hand
Van der Heijden ziet wel degelijk een beweging in de branche, waarbij er steeds meer aandacht komt voor het veilig én hygiënisch schoonmaken van machines. Zo lopen er op dit moment initiatieven vanuit Schoonmakend Nederland om de Arbeidsinspectie, de NVWA, de machinebouwers en de schoonmaakbedrijven met elkaar aan tafel te krijgen. ‘Dit lijkt de manier om samen, hand in hand, zowel de voedselveiligheid als de veiligheid van de medewerkers te verbeteren.’