Project Duurzaam Schadeherstel Schoonmakend Nederland gestart

Project Duurzaam Schadeherstel Schoonmakend Nederland gestart

In het kader van Duurzaam schadeherstel zijn vanuit schoonmaakbranchevereniging Schoonmakend Nederland drie werkgroepen eind januari aan de slag gegaan. De thema's van de drie werkgroepen zijn energie, mobiliteit en mens en circulariteit.

Duurzaam herstel wordt de norm bij het afhandelen van schade. Schoonmakend Nederland, Stichting Nederlands Instituut Van Register Experts (NIVRE) en het Verbond van Verzekeraars hebben hiertoe een manifest opgesteld met uitgangspunten voor toekomstig schadeherstel. Zij willen dat duurzaam schadeherstel eind 2024 gemeengoed is in de schademarkt. Het Manifest Duurzaam Schadeherstel is ondertekend tijdens de Schademiddag op 7 juni 2023 van het Verbond.

Eerste werksessies

Eind januari was de eerste keer dat de werkgroepen bij elkaar kwamen. Deze eerste sessies is gesproken over bijvoorbeeld het doel, de scope en de voorwaarden van het traject Duurzaam schadeherstel. Uiteraard gingen de werkgroepen dieper in op hun eigen thema. Ook spraken zijn over materiële onderwerpen om zoveel mogelijk CO2-uitstoot te reduceren en daarmee de ecologische voetafdruk ketenbreed te verlagen. 

Aanscherping en prioritering

Een belangrijke bevinding uit de drie werkgroepsessies is dat de schadeherstelketen gedifferentieerd is. Naast de scheiding tussen bulkschades en grote schades zijn er verschillen in onder andere type schades (brand-, water-, storm-, vallen/stoten, et cetera) en in type schadeverzekering (opstal- en inboedelverzekering). Dat betekent dat er veel meer waardeketens zijn dan 'bulkschades' en 'grote schades'. Om nu iedere subgroep 'bulkschades' en 'grote schades' de goede concrete vervolgopdracht te geven, hebben de werkgroepen besloten om een tussenstap te maken. Inmiddels hebben ze een prioritering gemaakt welke waardeketens ze verder moeten uitwerken. Dit gaat de stuurgroep in week tien vaststellen, waarna de subgroepen aan de slag gaan met een concrete vervolgopdracht. De resultaten van deze vervolgopdrachten worden begin april besproken tijdens de vervolgsessies van de werkgroepen.

Lees meer: