1. Waarom waren er tussentijdse cao-onderhandelingen nodig?
De huidige cao schoonmaak loopt nog tot juli 2026, maar twee onderwerpen konden niet wachten: de RVU-regeling en overwerk door parttimers.
Voor de RVU was actie nodig omdat de bestaande regeling binnenkort afloopt en aanpassing vereist is om binnen de fiscale kaders van de overheid te blijven. Werkgevers en vakbonden wilden voorkomen dat er een gat zou ontstaan voor werknemers die eerder willen stoppen met werken.
Daarnaast dwong een recente uitspraak van het Europese Hof tot actie op het gebied van overwerk. Volgens het Hof moeten parttimers bij overwerk op dezelfde manier behandeld worden als fulltimers, iets dat in de huidige cao nog onvoldoende was geborgd. De sector wilde die ongelijkheid rechtzetten om juridische risico’s te vermijden en om eerlijker met personeel om te gaan.
2. Wat houdt de nieuwe RVU-regeling precies in?
De aangepaste RVU-regeling gaat in op 1 januari 2026. Schoonmaakmedewerkers die aan een aantal voorwaarden voldoen, kunnen dan maximaal 2,5 jaar vóór hun AOW-leeftijd stoppen met werken. De voorwaarden zijn:
- Minimaal 24 uur per week in dienst;
- Minimaal 20 jaar werkzaam in de branche;
- Minimaal 10 ORBA-punten (een maat voor de fysieke belasting van het werk).
Voor deze doelgroep stellen werkgevers een maandelijkse bijdrage van € 300 bruto naar rato beschikbaar als extra aanvulling op de bestaande RVU-uitkering. Leidinggevenden zijn uitgesloten van deze regeling. De bestaande generatiepactregeling blijft ongewijzigd.
3. Hoe verandert de overwerkregeling voor parttimers?
De huidige cao kent een overwerktoeslag van 25% voor medewerkers die meer uren werken dan in hun contract staat. Die toeslag vervalt per 30 juni 2026 (of periode 7). Daarmee komt er een einde aan het onderscheid in beloning tussen parttimers en fulltimers bij overwerk.
In plaats daarvan komt er vanaf 1 januari 2026 een andere aanpak. Medewerkers die structureel 15% of meer overwerken (ten opzichte van hun contracturen), moeten elk kwartaal een aanbod krijgen van de werkgever om hun contracturen uit te breiden. Dit op basis van de gewerkte uren in het voorafgaande kwartaal. Werknemers mogen dit aanbod weigeren.
Voor B- en D-delen in de cao (waar gewerkt wordt met het spaarurensysteem), geldt een referteperiode van een jaar. Kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers zijn uitgezonderd van deze regeling.
Deze aanpassing is in lijn met de Wet flexibel werken, maar wordt nu concreet vastgelegd in de cao. Werknemers behouden zo de vrijheid om nee te zeggen, maar krijgen wel de kans op een eerlijker contract als ze structureel méér werken.
4. Wat vinden werkgevers en branchepartijen van het akkoord?
Schoonmakend Nederland, namens de werkgevers, is tevreden met het resultaat. Onderhandelaar Pieter Grootjes noemt het een evenwichtig akkoord: 'Met dit akkoord behandelen we parttimers en fulltimers voortaan gelijk en zorgen we met de nieuwe RVU-regeling voor een sociaal vangnet voor medewerkers die dat het hardst nodig hebben.'
Vakbond FNV noemt deze regeling 'een erkenning dat schoonmaak zwaar werk is'. Vicevoorzitter Ibrahim Dinsi van het Schoonmakersparlement stelt dat 'werknemers hiermee gezond kunnen uitstromen' – iets waarvoor al jaren wordt gepleit.
CNV is eveneens positief en noemt de regeling 'solide' en 'passend bij de praktijk van zwaar werk'. De bond wijst er wel op dat goede afbakening en duidelijke toepassing belangrijk zijn voor eerlijke uitvoering.
Brancheorganisatie SIEV was niet betrokken bij de onderhandelingen, maar voorzitter Paul Fok komt wel met een reactie. Hij complimenteert de sociale partners met het behaald e resultaat en noemt de tussentijdse afspraken 'duidelijk en voor iedereen correct'. Wel plaatst hij een aantal kanttekeningen. Zo vindt hij 'het concept Zwaar Beroep nog steeds niet duidelijk als instrument om gelijkwaardige gevallen naast elkaar te leggen'. Ook vindt SIEV de bovengrens voor de uitgezonderde kleinbedrijven net iets te laag.
5. Wat gebeurt er nu?
Het onderhandelingsresultaat wordt op vrijdag 11 juli voorgelegd aan de leden van Schoonmakend Nederland ter instemming. De vakbonden leggen het akkoord in dezelfde periode voor aan hun achterban. Als beide partijen instemmen, gaan de afspraken per 1 januari 2026 formeel in.