Drie zussen en hun vader werken samen bij familiebedrijf Rowinkel Schoonmaak: 'We hebben iets moois gecreëerd'

Drie zussen en hun vader werken samen bij familiebedrijf Rowinkel Schoonmaak: 'We hebben iets moois gecreëerd'
V.l.n.r.: Suzanne, Amber, Linda en Martin Rowinkel

'Negen van de tien familiebedrijven mislukken. Zeker als broers of zussen samenwerken.' Die waarschuwing kreeg Martin Rowinkel toen hij zijn schoonmaakbedrijf in Alkmaar wilde overdragen. Toch koos hij vol vertrouwen voor zijn dochters Linda, Suzanne en Amber. Met succes: de drie zussen werken al jaren samen met elkaar én hun vader. Wat is hun geheim?

Toen het timmermanswerk in de jaren tachtig opdroogde vanwege een aanhoudende economische crisis, besloot Martin Rowinkel zijn heil in een andere branche te zoeken. Gewapend met een ladder, spons en emmer sop, richtte hij in 1987 Rowinkel Schoonmaak op.

Het werk gaat altijd door

Hard werken, was het devies. Het werk van hun vader ging altijd door, vertellen de dochters en beaamt ook Martin zelf. Hij was vrijwel elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op pad, terwijl zijn vrouw Annemarie - ‘de stille kracht achter het bedrijf’ - thuis de boel draaiende hield. ‘Als er tijdens werkuren een begrafenis was, dan gingen m’n ouders ’s avonds gewoon terug naar de klant om de klus af te maken’, herinnert Suzanne zich.

‘Het bedrijf groeide ongemerkt steeds verder door. Dat was geen bewuste keuze. En ja, dat was soms pittig’, blikt Martin terug. ‘Ik wist amper in welke klas de meiden zaten. Maar ik heb er nooit spijt van gehad. Bovendien deden we in de weekenden en vakanties vaak wel iets leuks als gezin.’

Mee langs de deuren

Het schoonmaakbedrijf was dus altijd aanwezig, hetzij op de achtergrond, en drukte een stempel op het gezinsleven van de familie Rowinkel. Dat bracht ook veel mooie herinneringen mee, wordt duidelijk tijdens het interview waar de ene anekdote na de ander volgt. De zussen praten enthousiast over scooters in de bedrijfskleuren en over speciale portemonneetjes waar het cash geld na een opdracht in ging.

Linda vertelt: ‘In het begin deed onze vader nog glasbewassing bij particulieren. Als klein meisje van een jaar of acht ging ik mee op pad, langs de deuren. Dat kon toen nog. Hartstikke leuk. Ik kreeg dan weleens een lolly of snoepje van de mensen, of zelfs een extra centje rond de feestdagen.’

De vleugels spreiden

In hun tienerjaren kregen alle drie de meiden bijbaantjes in de schoonmaak bij hun vader. Maar dat was niet het startschot van een uitgestippelde carrière binnen het familiebedrijf. Allerminst. Want zodra ze volwassen werden, moesten ze van Martin ‘hun vleugels spreiden’ en elders ervaring opdoen.

Suzanne nam dat vrij letterlijk en ging aan de slag als stewardess. Amber volgde een opleiding tot interieurstylist en ging vervolgens aan de slag in de horeca, waar ze onder meer bij hetzelfde bedrijf werkte als zus Linda, wie ook verschillende banen heeft gehad.

Uiteindelijk vonden ze alle drie, op een ander moment in hun leven, hun weg weer terug naar Rowinkel Schoonmaak. Suzanne als eerste, gevolgd door Amber in 2012 en een paar jaar geleden sloot ook Linda zich weer bij haar zussen aan.

Bewuste keuze

‘We hebben allemaal bewust de keuze gemaakt om terug te komen omdat we ons daar prettig bij voelen’, zegt Suzanne. ‘We vinden het fijn om bij elkaar te zijn en hebben hier iets moois gecreëerd. En niet alleen voor onszelf hè, want ook met ons team hebben we een sterke band opgebouwd. Sommigen werken al vijftien of twintig jaar bij ons.’

Vrijwel alle medewerkers hebben een fulltime contract bij het schoonmaakbedrijf. Zoals de familieleden voor elkaar klaarstaan, staan ze ook klaar voor het personeel. Persoonlijke aandacht vinden ze erg belangrijk. ‘Soms gaat het zelfs zover dat we woonruimte zoeken voor een collega’, geeft Linda als voorbeeld.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Suzanne vervolgt: ‘En laat ik vooropstellen dat we de schoonmaakbranche echt leuk vinden om in te werken. Ook daar hebben we bewust voor gekozen. Een familiebedrijf in de horeca of cadeauartikelen bijvoorbeeld, was misschien een heel ander verhaal geweest. In de schoonmaak is elke dag anders. Je maakt van alles mee.’

De overname

In 2022 namen Amber en Suzanne de aandelen van het bedrijf over van Martin. Hier ging een lang traject aan vooraf, vertellen ze. Martin: ‘Op een gegeven moment ontstond bij mij de gedachte: ooit wil ik er toch een keer mee stoppen. Dan moet ik het bedrijf verkopen. Mijn vrouw zei: ‘Je moet het niet aan je dochters verkopen. Daar krijg je alleen maar narigheid van.’

Ook anderen waarschuwden me dat negen van de tien familiebedrijven mislukken. Vooral wanneer het gaat om broers en zussen. Maar Amber en Suzanne werkten al jaren samen in het bedrijf en dat ging goed. Tot twee keer toe toonden derden interesse in een overname, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om het onder hun kont vandaan te verkopen.’

Mijn vrouw zei: ‘Je moet het niet aan je dochters verkopen. Daar krijg je alleen maar narigheid van.’”

Er volgden vele gesprekken, met elkaar én met een coach. Linda was op dat moment nog elders werkzaam en gaf aan geen interesse te hebben in een overname, vandaar dat zij toen geen rol speelde in dit geheel.

‘We hebben wel even moeten nadenken over of we de zaak wilden overnemen’, zegt Suzanne. ‘Het is toch anders wanneer het bedrijf opeens van jou is. Je hebt veel meer verantwoordelijkheid en de beslissingen die je maakt, hebben ook andere gevolgen. Financieel bijvoorbeeld. Dat moet je wel willen.’

Amber vult aan: ‘Maar aan de andere kant is het zo’n mooi bedrijf wat onze vader heeft neergezet. Daar zijn we echt trots op. Dat wil je niet zomaar van de hand doen. Er zit bloed, zweet en tranen in. Van ons allemaal. Dat is niet niks.’

Duidelijke rolverdeling

Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt. De aandelen gingen over, en Amber en Suzanne traden toe tot de directie. Amber in de rol van financieel directeur en Suzanne kreeg als operationeel directeur de leiding over de schoonmaaktak. Martin bleef als manager aan het stuur van de glasbewassing. Een duidelijke rolverdeling. Dat is ook nodig, stellen ze, zodat ze niet in elkaars vaarwater zitten.

En dan de huidige situatie: inmiddels is dus zus Linda óók werkzaam bij het bedrijf, als Office Manager. De vier familieleden werken nauw samen en werken toe naar het moment dat Martin over een paar maanden, als hij 67 wordt, zijn taken als manager overdraagt. Dat betekent overigens niet dat hij volledig afscheid neemt van het bedrijf, zegt Martin snel. Knipogend: ‘Ik kom gewoon nog ’s ochtends om half zeven een bakkie koffie drinken met de glazenwassers.’ En hij zal als adviseur nog betrokken blijven.

Voor de zussen is het naderende afscheid een spannend moment. Suzanne: ‘We zijn nog bescheiden in onze rol als directie. Die titel voelt soms onwennig. Ik moet daar nog in groeien.Martin heeft ons de afgelopen jaren begeleid, ook bij het maken van beslissingen. Nu is het zaak om die begeleiding rustig af te laten vloeien en te zorgen dat hij met een goed gevoel de zaak bij ons kan achterlaten.’

Al hoewel dat waarschijnlijk wel goed zit, want Martin zegt: ‘Vroeger had ik nooit kunnen bedenken dat mijn dochters het bedrijf zouden overnemen. Het vervult mij met trots dat dit gelukt is.’

Familieband

Waar het ook wel goed mee zit, is de familieband. Drie zussen én een vader die samenwerken, klínkt misschien als een recept voor mislukking, maar niks is minder waar. Bij de Rowinkels op kantoor is het haast vóelbaar: deze mensen zorgen voor elkaar. Het voelt warm, gezellig, vertrouwd. Het voelt écht als familie.

Hoe ze die band zo goed houden? Volgens de zussen komt dat vooral doordat ze werk en privé goed gescheiden kunnen houden. Als ze in het weekend bij elkaar over de vloer komen, of tijdens de familievakanties met z’n allen, gaat het niet over werk. Wat ook helpt, is dat de zussen een aantal karaktereigenschappen delen: optimistisch, ‘er altijd een feestje van willen maken’, en zorgzaam. Terwijl ze elkaar op andere gebieden juist aanvullen. In hun eigen woorden: Suzanne is de chaoot, Amber de serieuze en Linda de verbinder.

Niet altijd met elkaar eens

Maar vergis je niet, want dat betekent heus niet dat iedereen het altijd maar met elkaar eens is. Zeker niet. ‘We kunnen ook op elkaar mopperen’, zegt Suzanne lachend. ‘We hebben allemaal een eigen mening en spreken die ook graag uit. Op een eerlijke en soms harde manier. Maar na een uurtje zijn we het weer vergeten en drinken we een kop koffie met elkaar. En dát is voor mij de kracht van dit familiebedrijf: dat we alles tegen elkaar kunnen zeggen, maar daar nooit om veroordeeld worden.’

Wie dat ook ziet, is Laura Schuurman-Wognum. Zij is HR-manager bij Rowinkel Schoonmaak en de enige kantoormedewerker die géén lid is van de familie. ‘Natuurlijk mopperen ze weleens tegen elkaar. Ik noem mezelf altijd Zwitserland en probeer de boel dan in goede banen te leiden. Maar er blijft nooit wat hangen; ze draaien zich om en zijn het weer kwijt. De band die ze onderling hebben, is heel mooi.’ Of ze zich nooit buitengesloten voelt? ‘Nee, zeker niet. Het is een heerlijke familie. Het voelt soms eerder alsof ik één van hen ben.’

Hart voor elkaar en voor de zaak

Zorgzaamheid, eerlijkheid en altijd wel een reden om samen te lachen; dát typeert familiebedrijf Rowinkel. En dat zie je terug in alles wat ze doen. Met hart voor elkaar en hart voor de zaak