RAS Geschillencommissie: Werkgever moet cao-loonsverhoging ook toepassen op boven-cao-loon

RAS Geschillencommissie: Werkgever moet cao-loonsverhoging ook toepassen op boven-cao-loon

Een objectleider in de schoonmaakbranche kreeg begin 2025 slechts een loonsverhoging over haar basisuurloon, terwijl zij al jaren een hoger loon ontvangt dan het cao-loon. De werknemer stapte naar de Geschillencommissie van de Raad voor Arbeidsverhoudingen in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS), die op 8 oktober 2025 oordeelde dat de werkgever onterecht heeft gehandeld.

De werknemer, werkzaam als objectleider, ontving sinds 2010 de cao-loonsverhogingen over haar volledige uurloon, dat hoger ligt dan het cao-loon. In januari 2025 liet de werkgever echter weten dat de loonsverhoging alleen nog zou gelden voor het cao-basisuurloon van €19,67, en niet voor het aanvullende deel.

Werknemer: in strijd met vertrouwensbeginsel

Volgens de werknemer was er nooit eerder sprake van een onderverdeling in haar loon, en mocht zij erop vertrouwen dat de verhoging op het volledige bedrag zou worden toegepast, zoals in voorgaande jaren gebruikelijk was.

Daarom is het handelen van haar werkgever in strijd met goed werkgeverschap, met het vertrouwensbeginsel en met de arbeidsrechtelijk praktijk die in haar geval al twintig jaar consequent is toegepast, vindt zij. Ook stelde zij dat zij door deze wijziging begin 2025 een lagere loyaliteitsbonus had ontvangen.

Daarom stapte ze naar de Geschillencommissie van de RAS.

Schoonmaakbedrijf: nieuwe cao-afspraken

Het schoonmaakbedrijf stelde dat er sprake is van een nieuwe cao-systematiek. Het bedrijf verwees naar artikel 18 van de cao 2024–2026, waarin staat dat de loonsverhoging alleen geldt voor het basisuurloon, tenzij hierover andere afspraken zijn gemaakt. Volgens het schoonmaakbedrijf is dit artikel in de huidige cao veranderd ten opzichte van voorgaande cao's.

Aangezien in artikel 63 van de cao staat dat bij het ingaan van een nieuwe cao de oude niet meer geldt, meende het schoonmaakbedrijf dat er dus geen verplichting is om de verhoging ook toe te passen op het boven-cao-loon. Volgens het schoonmaakbedrijf was er geen sprake van een verworven recht of bindende afspraak.

Uitspraak: verhoging moet alsnog worden toegepast

De Geschillencommissie oordeelt dat artikel 18 van de cao weliswaar anders is geformuleerd dan in eerdere cao’s, maar dat dit geen inhoudelijke wijziging betreft. De nieuwe tekst is volgens de commissie een vereenvoudiging en verduidelijking van de bestaande regeling, en niet bedoeld om bestaande rechten te beperken. Uit de verslagen van het cao-overleg blijkt dat deze wijziging ook niet als inhoudelijk is aangemerkt.

Omdat de werkgever geen nieuwe afspraken heeft gemaakt over het uitsluiten van het boven-cao-loon, blijft de eerdere praktijk leidend. De commissie concludeert dat de werknemer recht heeft op de loonsverhoging over haar volledige uurloon. Daarbij merkt de commissie op dat de langdurige toepassing van de verhoging over het volledige loon mogelijk heeft geleid tot een verworven recht. De beoordeling daarvan is echter aan de civiele rechter.

De klacht van de werknemer over een lagere loyaliteitsbonus werd door de commissie verworpen. De hoogte van deze bonus is afhankelijk van het aantal gewerkte uren per week en staat los van het uurloon.

Bron: RAS